Bijzonder Terschelling: Status Aparte

Door SOS op za, 01/12/2012 - 11:29
SOS-donateurs tijdens een bezoek aan Griend. Foto Jan van der Zee

SOS-donateurs tijdens een bezoek aan Griend, 2012. Foto Jan van der Zee

Stichting Ons Schellingerland (SOS) bestaat dit jaar 50 jaar. Reden voor een feestje? Jee en na. Ik kijk in dit jubileumnummer van De Miedbringer 50 jaar terug en 5 jaar vooruit. In 1962 is SOS opgericht uit verontrusting over ongeremde groei van het toerisme, en van de bouwlust van hotels en recreatiewoningen op Terschelling. In de afgelopen 50 jaar - na de wederopbouw en vanaf 1962 - hebben we in Nederland, in Europa en in grote delen van de wereld een economische en welvaartsgroei gekend van ongekende omvang. Dit gold ook voor het toerisme, lange tijd groeisector nummer één. Geen gebied in Europa dat zich niet 'verkocht' met de woorden "Natuur en Landschap, Rust en Ruimte". En dat moois vervolgens om zeep bracht door ongeremde stromen toeristen toe te laten, leidend tot één groot feest, 7 dagen per week, 24 uur per dag. "In heel Europa?', vrij naar Asterix en de Romeinen. Nee, op een klein eilandje in Noord-Nederland bleven de bewoners zichzelf en verzetten zich dapper tegen grootmachten van buiten, van Rome tot Amsterdam, of waar de projectontwikkelaars en reisorganisaties hun hoofdkantoren ook maar hadden. Onder invloed van een paar gedreven mensen werd een eigenwaarde gekoesterd en behouden: Terschelling met zijn kleurrijke natuur en boeiende cultuur. Nog steeds redelijk authentiek, met een menselijke maat en gewaardeerd door 'badgasten van de vaste wal' die daar de grootschaligheid, de verlelijking, de vervlakking, het lawaai, de lichtexplosie en de hufterigheid ontvluchten. Terschelling bleef zichzelf in een soort Status Aparte, met stilte en duisternis, met vriendelijke mensen. En met plezier. Met recht 'Bijzonder', ook bestuurlijk. Gelooft u het niet? Kom zelf kijken en proeven. Een belevenis.

Veranderend klimaat

Maar het klimaat verandert, zowel in weerkundige als in economische zin. 'Grenzen aan de groei', zelfs krimp. Niet alleen in Rome, maar ook in Amsterdam en op Terschelling. Sommige mensen twijfelen nog aan het ene of het andere. Anderen geloven - of hopen - dat de economische groei en de 'vrije markt' alle problemen oplost. Echter, de vrije markt kan wel problemen creëren maar niet oplossen. Althans niet op boven-bedrijfsniveau. Dus het feest is voorbij, zoals de vorige Franse president Sarkozy al zei in 2008, bij het begin van de huidige economische en financiële crisis. Moeder Aarde is niet groot genoeg om een groeiend aantal mensen in grotere welvaart te voeden. De grondstoffen raken op. helaas. Dus na 50 jaar economische groei moeten we de komende 5 jaar nieuwe concepten verzinnen. We verkeren als samenleving in een transitiefase. Waarheen die leidt is onbekend. De 'politiek' geeft daaraan geen, of te weinig, richting. Die verwijst - liberaal of socialist, of gemengd - naar de vrije markt. "Want er moet wel brood op de plank komen, niet waar?" En meer tegeltjeswijsheid.

Identiteit

En op Terschelling? Gewoon doorgaan met de eigen identiteit, schaal en waarden. Dat heeft toekomst en een voorbeeldfunctie: lokalisering in plaats van globalisering. Is er dan niets meer te wensen over? Kan SOS zich na 50 jaar eindelijk opheffen, omdat haar gedachtengoed algemeen aanvaard is bij de bevolking, de ondernemers, de ambtenaren en de politiek op Terschelling? Helaas, SOS heeft nog steeds een missie, inmiddels verwoord in nieuwe statuten. In 'SOS staat voor niets' gaan we daarop in.

Agrarische sector

De agrarische sector, van groot economisch, ecologisch, landschappelijk én toeristisch belang voor het 'product' Terschelling staat nog steeds onder druk van Europees grootschaligheidsdenken, ooit begonnen in (jawel) Rome. Maar als algemeen leidend principe gekozen door de agrarische groot-industrie, gericht op 'meer product' en niet op 'lokale toegevoegde waarde'. De landbouw op Terschelling heeft lang daartegen stand kunnen houden. De actuele vraag is nu of de landbouw op Terschelling 30 jaar vóór loopt (met haar ruimtelijke en economische functieverweving), of 30 jaar áchter (als gevolg van die functieverweving)? De agrarische ondernemer op Terschelling is creatief genoeg om te bedenken dat er bij functieverweving meer mogelijk is dan 'verkoop van ijsjes'. En dat 'duurzaamheid' niet alleen gaat over economische duurzaamheid (lees: voortdurende groei), maar vooral om ecologische en energetische duurzaamheid. De intensieve melkveehouderij gericht op de 'wereldmarkt' is in die tweede definitie niet duurzaam. Maar op Terschelling liggen de kansen dichtbij. De kapitaalkrachtige 'markt' (toerist) komt vanzelf naar je toe, omdat Terschelling nog authentiek is en toeristisch aantrekkelijk. Piet Zumkehr gaat in"'De Staat van de Polder' in op de bijzondere waarden van de Terschellinger polder; vanuit nationaal en internationaal oogpunt het behouden en het genieten waard. Maar dan moeten de boeren wel mee willen werken en niet - ondoordacht - tegenwerken. Het gaat hier om een collectief cultureel erfgoed, dat goed beheer vraagt. Dat is meer dan een vlak productielandschap, misschien wel met koeien, maar zonder weidevogels en weidevegetatie (biodiversiteit).

Publiek-private visie

SOS kijkt al jaren uit naar een perspectiefbiedende publiek-private visie en dito regie voor de polder en de landbouw op Terschelling, waarbij ook grensverleggend en collectief gekeken mag worden (status aparte). En niet in het bekende kringetje wordt rondgedanst vanuit louter sectoraal, korte-termijn of eigen belang. De 'vrije markt' lost het probleem niet op. Terschelling ligt als eiland te veel in de economische periferie, met ook nog eens blijvende bodemkundige en waterhuishoudkundige handicaps. Dat werkt opbrengstverlagend, kostenverhogend en dus concurrentieverzwakkend. Dáárvoor kiezen is dus risicovol.

Landschappelijke inpassing

Bij de 'landschappelijke inpassing' van eventueel noodzakelijke broerderij-nieuwbouw gaat het om meer dan het inplanten van - streekeigen - bomen ('schaamgroen') rondom industriële stallen. Die benadering vanuit Friesland (door 'Nije Pleats') is voor Terschelling wat te simpel. Landschappelijke structuur houdt meer in en moet leidend uitgangspunt zijn. Zo ook de sociaal-economische structuur. Dat is het 'wezen' van Terschelling: de status aparte, het bijzondere. Natuur, cultuur en economie op een menselijke schaal verweven.

Beeldkwaliteit

"Het had zo niet gemoeten" is een uitdrukking die - volgens Jan Heuff in de Harlinger Courant - vaak wordt gebezigd als een bouwwerk of ingreep in dorp of landschap (desondanks) weer eens beroerder is uitgevallen dan was voorzien. In 'Naar daar waar het klopt' gaat José Firet in op de criteria voor beeldkwaliteit, zodat ieder gewapend met kennis en een kritische blik nieuwe bouwplannen kan beoordelen. En die komen er aan: B&Y, Campus, Dellewal etc. etc. Dus vanaf nu echt passend, en qua volume standaard 50% kleiner dan projectontwikkelaars en architecten van de vaste wal gewend zijn. We zijn hier op Terschelling, met een Terschellinger norm, vorm en schaal: status aparte. SOS heeft in het verleden met succes bouwvolumes van Hotel Paal 8 en het gemeentehuis weten te beperken. Helaas niet de vormgeving. Maar de Landal-hotels nieuw-Actania en nieuw-Europa hebben bouwvormen die SOS vreest. Daartegen zal SOS in de toekomst bezwaar maken.

Verantwoordelijkheid

Maar is dat voldoende? Nee. Als de gemeenteraad, het college en de ambtelijke organisatie - in de bestuurlijke duale structuur vanaf 2002 - zich qua verantwoordelijkheid achter elkaars rug verschuilen, dan krijgen we een soort 'tribale regendans' waar de burger alleen maar naar mag kijken, maar aankomen niet. Als bovendien projectontwikkelaars met grote hoofdkantoren en dito bonussen - met een eigen agenda maar zonder democratische verantwoordingsplicht - zich bij die 'voksdans' aansluiten, dan krijgen we een soort 'Ome Gerritje', met veel heen en weer gedraai. We lezen slechts de krant, horen de wandelgangen en zien de televisie: 'De slag om Nederland' (VPRO). De gemeente functioneert dan als een 'eiland op en eiland'. Wel bijzonder, maar dat is niet het eiland waar SOS voor op de bres staat. Dat moeten de politieke partijen doen, en dat is SOS niet. Ook door vorige voorzitters van SOS is deze problematiek en uitdaging herhaaldelijk aan de orde gesteld. Dat heeft met 'communciatie' te maken: hoe ga je met elkaar om en met de burgers.

Jubileum-Miedbringer

In deze Jubileum-Miedbringer kunt u terugkijkend en vooruitziend lezen: 'Een ernstig woord tot vrije mensen' (1958) en 'S.O.S.Bericht nr. 1' (1998). Een schok van herkenning, een glimlach, maar helaas nog steeds realiteit. Maar waar komt die notie tot actie toch vandaan? Wat was er vóór SOS? U kunt dat lezen in 'Wat vooraf ging, Schylgeralân' van Gerrit Knop (1946). Ook nog steeds actueel, de natuurlijke en cultuurhistorische bron. Verder gaan Wouter van Dieren (lid Club van Rome) en Teunis Schol op hun kenmerkende manier in op de situatie op ons bijzondere eiland, en laat Frans Schot zien waar ons logo vandaan komt. En Tiny Spanjer vertelt over haar donateursreis naar Griend. Verder weer een overzicht van actuele zaken van onze secretaris Jaap Smit.

Veel leesplezier.

Hilmar Schurink, voorzitter SOS.

Dit artikel is verschenen in De Jubileum-Miedbringer 51, december 2012, 1212-186, pagina 3 - 6.