Bijzonder Terschelling: Bestuurlijke Bespiegelingen

Door SOS op vr, 26/08/2016 - 13:26
Noordsvaarder Terschelling. Foto Piet Zumkehr, 2016

Noordsvaarder Terschelling, 2016

 

Syrië, Rusland, Turkije, Griekenland, Nice, Parijs, Brussel, Brexit, Trump.
De bestuurlijke besluitvorming in de wereld lijkt op zijn kop te staan om ogenschijnlijk verschillende redenen. Is er sprake van een tijdperk-einde of tijdperk-wisseling, zoals na revoluties in het verleden? De woorden ‘democratie’, dictatuur, populisme, kapitalisme of neo-liberalisme dekken de chaotische ontwikkelingen niet. Er moet een nieuw woord voor komen. Onmiskenbaar speelt het verschijnsel ‘sociopathie’ een rol bij mensen die de macht naar zich toe hebben getrokken (Ben Tiggelaar, NRC 2016). We gedragen ons minder beschaafd en respectvol naar elkaar. Minder sociaal. De empathische en morele vermogens lopen terug, lijkt het.

In deze column geef ik enkele citaten van landelijke bekendheden over die maatschappelijke ontwikkelingen. Daarna beschrijf ik enkele trends op het gemeentelijk bestuursniveau van Terschelling. En dan is de vraag hoe Stichting Ons Schellingerland, SOS, als ‘actiegroep’ daar in de toekomst zelf bestuurlijk mee om moet gaan.

Ik begin dus met enkele citaten uit landelijke kranten. Op zichzelf staand en in combinatie vertellen zij een belangrijk verhaal:
• “Overheden hebben geen grip meer op maatschappelijke ontwikkelingen. Alles overheersend is het kapitaal. Daar gaan we aan kapot” (Jan Terlouw, Parool 2016);
• “Niet de temperatuurstijging van de aarde, maar de politieke opwarming van de samenleving zal eerst en vooral onze topaandacht vergen” (René Cuperus, VK 2016);
• “Macht alleen geeft nog geen gezag, de helft plus één geeft nog geen draagvlak” (Jacques Wallage, Fin.Dagblad 2016);
• “Hoe democratisch zijn in een sterk gepolariseerd klimaat al die onwrikbare meningen van politici eigenlijk?” (Jacques Wallage, FD 2016);
• “De complexe werkelijkheid van een parlement laat zich niet meer eenvoudig verbinden met het democratiebesef van veel burgers” (Jacques Wallage, FD 2016);
• “Politieke partijen zijn niet langer de belangrijkste route voor verandering. Mensen zoeken het in kleinere verbanden” (Max van der Berg, Volkskrant 2016);
• “Zodra mensen zich niet langer iets aantrekken van wat voor politiek realistisch doorgaat, opent zich een nieuwe wereld vol creatieve mogelijkheden” (René Cuperus, VK 2015);
• “Gemeenteraad, luister meer, praat minder” (Drie raadsgriffiers, Trouw 2012);
• “In Friesland wordt voor het eerst provinciebreed geëxperimenteerd met een nieuwe vorm van democratie: door loting burgers laten meebeslissen opdat de kloof met de politiek kleiner wordt” (LC 21.6.2016).

De kloof tussen burger en politiek en de terugtocht van de overheid, ook op lokaal niveau, is al veel langer aan de gang. Het onderwerp speelt al meer dan twintig jaar en leidde in 2002 ondermeer tot het duale stelsel. Daarin zijn de gemeenteraad en het college van B&W twee gescheiden werelden geworden. In theorie althans. Vóór 2002 maakten de wethouders deel uit van de gemeenteraad met de burgemeester als centrale spil. Dat is nu niet meer zo. Het duale stelsel heeft vooral tot meer bureaucratie geleid in de zin dat bestuurders vooral hun eigen hokje aan het verdedigen zijn en een gezamenlijke visie verder weg is dan ooit. Denk aan de toekomstverkenning (“visie’’) TS25. We zitten nu met een gemeentelijke overheid waarvan veel wordt verwacht, maar die steeds minder wil en kan qua personeel, kennis en geld. In een krimpsituatie dus. Het neo-liberale utopia gaat uit van een samenleving zonder overheid, met alleen nog marktrelevante relaties. Direct betaald door ‘de klant’. Algemeen belang bestaat daarin niet meer, volgens de ‘neoliberale bijbel’ van Ayn Rand, het meest gelezen boek in de VS. In wat voor wereld komen we terecht als dit bewaarheid wordt? Terschelling in de verkoop?

Er zijn de laatste 10 tot 20 jaar meerdere dingen veranderd bij gemeenten, en ook bij de gemeente Terschelling. Ik loods u langs een aantal relevante trends, die ook relevant zijn voor het werk van het SOS-bestuur:

a. Tegenwoordig lijkt politiek vooral crisismanagement. Maar ‘vroeger’ hadden politieke partijen een ‘visie’ op de maatschappij met een ‘programma’ waarop zij werden gekozen. Vervolgens werd - vaak via een coalitie – ‘beleid’ gemaakt, voor 10 jaar. Bijvoorbeeld ruimtelijk beleid, sociaal beleid, natuurbeleid. Ambtelijke organisaties waren daar vooral druk mee: met het maken, met evalueren en met herzien in cycli van 10 jaar. Dat leidde tot een planmatige uitvoering van dat beleid. Dus niet voor niets. Inmiddels wordt het woord ‘beleid’ steeds minder in die betekenis gebruikt en komt het woord ‘kaders’ in zwang. Het (korte-termijn)“beleid” van de gemeente Terschelling wordt nu jaarlijks gemaakt in de Kadernota. Daarbij gaat de raad niet meer over de inhoud, maar over de randvoorwaarden (meestal geld). Met name om losstaande ‘initiatieven’ te kunnen toetsen. Dit leidt vanuit de gemeente(n) al gauw tot ‘incidentalisme’ (zorghotel Formerum) en ‘cliëntelisme’ (campus). Dat zegt de gemeente zelf overigens ook. Nog een stap verder op de weg naar het utopia ligt financiële ‘co-productie’ door de gemeente (campus, golfbaan), met aan het voorlopig eind van die weg eigen ‘projectontwikkeling’ door de gemeente (Bermuda-4, woningbouw Dellewal). Het algemeen belang wordt zodoende sluipenderwijs ingeruild voor eigen belang. ‘Geheime besluiten’ die op Terschelling frequent voorkomen in een ‘politbureau’ (coalitie, presidium, college, bilateraaltjes) leggen hier nog een extra mistlaag overheen: campus, Dellewal, klokkeluidersdossier. Dat zit hem in de ‘cultuur’, die nogal hoekig is.
b. Een tweede trend is, dat als het om ‘initiatieven’ gaat dan zien we op Terschelling dat stichtingen, verenigingen, werkgroepen en coöperaties steeds meer het – van oorsprong - publieke terrein van de gemeente overnemen. Typisch Terschellings in samenwerking en in zelfredzaamheid: de Buren, Stichting VVV, Stichting Grië, Bunkerstichting, Energiecoöperatie, Sporen in het Zand, Schellinger Erfdeel, Vereniging gas(T)vrij Terschelling, Stichting Natuurherstel Baai Dellewal, Vogelbescherming-Polderpracht, Stichting Golfbaan, Werkgroep Natuurbegraven, enzovoort. De rol van de gemeente wordt daarin steeds bescheidener. Tegelijkertijd wordt de regierol van de gemeente steeds vaker gemist (procesmanagement).
Een juiste aanpak van burgerparticipatie vroegtijdig in het planproces, vóór de besluitvorming door de raad, kan de kloof tussen gemeente en burger dichten en tot betere besluitvorming door de raad leiden. De grondhouding van de gemeente moet daarvoor dan wel veranderen.
c. Een derde trend in het lokaal bestuur op Terschelling is, dat besluiten steeds verder naar beneden in de organisatie, of uitbesteed naar buiten zijn ‘gemandateerd’. En autonoom ambtelijk worden afgehandeld. Dat stelt wel eisen aan de kennis en ervaring van de ambtelijke of gemandateerde organisatie (FUMO). Er komt inhoudelijk geen bestuurder of raadslid meer aan te pas, alleen nog de theoretische ‘formele bestuurlijke verantwoordelijkheid’. Dat heeft zijn reden, maar het ‘zicht’ van de wethouders, de raadsleden en de burgers op dit soort ontwikkelingen wordt daardoor steeds minder. In raadscommissies vindt geen echte dialoog plaats. Dit betekent dat de ‘bestuursrechter’ steeds vaker de rol van democratisch controleur moet uitoefenen. En dat ook ‘WOB-verzoeken’ (Wet Openbaarheid Bestuur) meer zullen gaan voorkomen. En niet alleen om er aan te verdienen. De burger vertrouwt in ‘de kloof’ niet meer op voorhand zijn gemeente. Dat zou de ‘democratisch gekozen’ politici te denken moeten geven. Waar staan ze eigenlijk voor? En hun partijen?

Als ook raadsleden hun democratisch controlerende taak niet kunnen uitoefenen (omdat dit ‘democratisch besloten’ is door de helft plus één) en WOB-verzoeken niet gehonoreerd krijgen (omdat ‘democratisch besloten’ is dat dit geen taak is voor raadsleden), dan wordt het democratisch laagje vernis bij de gemeente wel erg dun. Controle op de bureaucratie is democratie. Dat de burger meer respect zou moeten hebben voor de ‘democratische besluitvorming’ door de raad en minder moet grijpen naar het middel van ‘bezwaren en beroepen’ (omdat dat zo duur is voor de gemeente), zoals tijdens de laatste twee nieuwjaarstoespraken werd verzocht, valt dan niet goed te praten. Kijk dan ook naar de kwaliteit van het ambtelijk werk. De relevantie van de zelfstandige gemeente Terschelling is dan in het geding. Dat kan beter. De burger is geen ‘klant’ van de overheid, maar opdrachtgever.

Wat is de rol van het SOS-bestuur in dit veranderende beeld? Zien we alles lijdzaam aan, of is SOS meedenkend richting de gemeente Terschelling? SOS is geen gezelligheidsvereniging die het verleden koestert. En zij is ook geen politieke partij, en wordt het ook niet. Haar 450 donateurs verwachten van het bestuur dat zij ontwikkelingen op het eiland kritisch volgt, ook politiek-bestuurlijke ontwikkelingen. En toetst aan haar statutair doel ‘Behoud van het eilander eigene’ (authenticiteit). En dat SOS waar mogelijk pro-actief in ‘dialoog’ met de gemeente tot oplossingen of initiatieven komt. En waar de gemeente op dat gebied niet thuis geeft en SOS ‘democratisch negeert’, dat zij dan bij ongewenste ontwikkelingen aan de bel trekt en desnoods de weg naar de bestuursrechter volgt, zal duidelijk zijn. SOS is daarop ingesteld en heeft - landelijk gezien - een bijzondere positie. Meer Waddeneilanden hadden een Stichting Luis-in-de-pels willen hebben (Texel, Ameland). Ook – of juist - in het onverhoopte geval van een gefuseerde gemeente Groot-Harlingen, mét Terschelling, heeft SOS als 55 jaar-bestaande organisatie een eiland-vertegenwoordigende functie als ‘ontvankelijke partij’. Dus SOS blijft voorlopig bestaan.
Overigens is het niet de eerste keer dat SOS dit belangrijke bestuurlijke onderwerp onder de aandacht brengt. In de Miedbringer van december 2013 is daar ruim aandacht aan besteed in de column ‘Bijzonder Terschelling: Kantelpunt besturen’ en in het artikel ‘Bestuurlijke vernieuwing op Terschelling’. Beide artikelen zijn ook terug te lezen op www.sos-terschelling.nl.

Hilmar Schurink

De Miedbringer, jaargang 55, augustus 2016, 1608-196, pag. 7 - 11

West-Terschelling. Foto Piet Zumkehr, 2016