Pleitnota horecabedrijf Midsland aan Zee

Rechtbank Noord-Nederland
Locatie Leeuwarden
Zitting: 17 januari 2017 te 13.00 uur
Zaaknummer: LEE 15/3614 WABOA BAST
Kenmerk: S.O.S./Gemeente Terschelling
PLEITAANTEKENINGEN
Als toelichting op hetgeen in bezwaar en beroep reeds is aangevoerd, geldt het volgende.

1. Voorop gesteld wordt dat S.O.S. van mening is, dat een hotel met 15 kamers voor 52
personen en een restaurant voor 80 gasten niets toevoegt aan Terschelling en strijdig is met
het statutaire doel van S.O.S. zoals is neergelegd in artikel 2 van haar Statuten van S.O.S.
waarin is aangegeven, dat het gaat om het behouden en het verbeteren van de karakteristiek
natuurlijke landschappelijke en cultuurhistorische waarden van Terschelling, ook wel
samengevat het “eilander eigene”. SOS is principieel tegen een appartementenhotel met
restaurant op het duin bij Midsland aan Zee, omdat het de natuurlijke landschappelijke
waarden van Terschelling in ernstige mate aantast. Over de door de gemeente gevolgde
procedures is SOS zeer kritisch.
2. Mede naar aanleiding van de ingestelde beroepen heeft de aanvrager een gewijzigde
aanvraag ingediend. De wijzigingen zouden een tegemoetkoming betekenen aan de
verschillende bezwaren van appellanten. S.O.S. heeft in haar brief van 11 augustus 2016 al
aangegeven, dat de wijziging niet van ondergeschikte aard zijn en ook niet als een
tegemoetkoming kunnen worden aangemerkt aan de bezwaren van S.O.S.
3. Samengevat komt het bouwplan nu hierop neer, dat in plaats van de op de eerste verdieping
aangegeven zalen voor gebruik voor congressen en/of bijeenkomst nu het totale plan een
hotel met 15 kamers, die gebruikt kunnen worden door 52 personen, of zelfs meer, want
bedden zijn er zo bijgezet. Daarnaast biedt het restaurant zitplaats voor 80 personen. Een
eerste bouwplan werd echter door de gemeente afgewezen vanwege de strijd met het
Bestemmingsplan. Een nieuw plan voorzag onder meer in zalen voor congressen e.d. Nu
wordt een bouwwerk vergund, dat zelfs nog meer afwijkt van het bestemmingsplan, maar
zou vallen onder de inmiddels in werking getreden Beheersverordening.
De procedures
4. Wijziging van aanvraag
Het thans voorliggende besluit is aangemerkt als een artikel 6:19 Abw besluit, waardoor het
lopende beroep van rechtswege mede betrekking heeft op het nieuwe besluit. Dit besluit is
echter niet gepubliceerd. Omdat het gaat om een aanzienlijke wijziging had het College de
gebruikelijke procedure moeten doorlopen ter verkrijging van een nieuwe
omgevingsvergunning. Die procedure is ook aangewezen, omdat de enorme uitbreiding van
het aantal slaapplaatsen nieuw onderzoek rechtvaardigt naar de gevolgen voor natuur
(Natura 200, Flora- en Faunawet, Natuurbeschermingswet, verkeer, en toerisme. Deze
aspecten zijn niet onderzocht. Ten aanzien van het verkeer geldt nog, dat er geen busvervoer
mogelijk is, en dat de toegangsweg gebruik maakt van de strandopgang bij Midsland aan Zee,
met een helling van 15 % , dat ook gebruik maakt van voetgangers. Dat medegebruik zal tot
ongelukken leiden.
5. Beheersverordening versus bestemmingsplan
Een gevolg van de voorgestane wijziging is, dat het toegestane gebruik op grond van de
beheersverordening nog meer afwijkt van het gebruik dat is toegestaan op grond van het
Bestemmingsplan. Op grond van dat Bestemmingsplan was immers maximaal 30
logiesplaatsen toegestaan en thans 52 of zelfs meer, want bedden zijn er zo bijgezet en de
Beheersverordening laat zich niet uit tot het maximaal aantal toegelaten logiesplaatsen.
6. Uit de bouwtekeningen blijkt voorts, dat er ook sprake is van saunamogelijkheden en dat is in
strijd met artikel 6 van het Bestemmingsplan, waar alleen slaapplaatsen zijn toegestaan.
7. Kort samengevat, er is een verkeerde procedure gevoerd, niet alleen ten aanzien van de
gewijzigde vergunning, maar ook ten aanzien van de gehele aanvraag. S.O.S. is van mening
dat gelet op de strijdigheid van het bouwplan met zowel het Bestemmingsplan als de
Beheersverordening een procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 Wabo noodzakelijk
geweest en dus de uitgebreide voorbereidingsprocedure ex artikel 3.10 Wro had moeten
worden gevolgd, waarbij de natuuraspecten een nadrukkelijke rol moeten spelen, naast de
aspecten van verkeer.
8. Conclusie:
- Geen wijziging van ondergeschikte aard
- Beheersverordening is onverbindend
- Bouwplan in strijd is met het Bestemmingsplan en Beheersverordening
- Procedure ex artikel 3.10 Wabo had moeten worden gevolgd.
- Strijd met goede ruimtelijke ordening
Mr J.W. Spanjer, advocaat te Heemstede.