Torenuurwerken op Terschelling met als verrassing een ‘sjouw’

Door SOS op wo, 05/04/2017 - 13:22
Terschelling, Hoorn. Herplaatsing Sjouw, februari 2015. Foto Jan van der Zee

Herplaatsing van de sjouw na restauratie, februari 2015. Foto Jan van der Zee

Torenuurwerken op Terschelling met als verrassing een ‘sjouw’

Pim van der Giesen

      In de zomer van 2016 bezocht de auteur Terschelling en trof daar drie mechanische torenuurwerken aan en als interessante bijvangst een ‘sjouw’, een installatie waarmee jarenlang de openbare tijdsaanwijzing werd vervuld.

Torenuurwerken
      Op Terschelling zijn in drie kerken nog mechanische uurwerken te vinden, daterend ut de periode eind 19e eeuw – begin 20e eeuw.

      In West-Terschelling staat een buiten gebruik gesteld Eijsbouts-uurwerk te midden van opgeslagen stoelen op de galerij van de Westerkerk (Afb. 1). Het uurwerk is gedateerd 1914 en heeft fabricagenummer 516. Het uurwerk draagt een informatiebord (Afb. 2) met de naam van de schenker van het uurwerk, de heer C. Droog die, heel bijzonder, kennelijk ook de toren van de kerk heeft geschonken.
      In Midsland staat in de Meslânzer Kerk een Rochlitz-uurwerk dat waarschijnlijk dateert van eind 19e eeuw (Afb.3). Het uurwerk is in bedrijf.  De aandrijving van het uurwerk geschiedt door middel van gewichten aan eindeloze kettingen volgens Huygens, die elektrisch worden opgehaald. Verder is het uurwerk voorzien van een slingervanger waarmee het uurwerk twee keer per dag gelijk wordt gezet. Het uurwerk verkeert in goede staat.
      In Hoorn werd in de Sint-Janskerk in een hoekje onder de galerij een buiten gebruik gesteld Weule-uurwerk uit 1895 aangetroffen (Afb. 4). Het uurwerk is toentertijd geplaatst door G. de Looze uit Leeuwarden. Het uurwerk is compleet, maar sterk vervuild en geroest.

De Sjouw
      Langs het pad van de hoofdweg naar de kerk in Hoorn staat een informatiebord onder de daar aanwezige sjouw (tijdbal): “Diende vroeger als tijdaanduiding voor de mensen die te velde waren. Op bepaalde tijden werd de bal gehesen en neergelaten” (Afb. 5). Een intrigerende tekst, zeker voor iemand die in het bijzonder geïnteresseerd is in torenuurwerken. De koster van de kerk, Jan Zorgdrager, bleek veel te kunnen vertellen over de sjouw; wetenswaardigheden die niet op het internet zijn terug te vinden.
      De sjouw in Hoorn is een balvormige zwartgeverfde wilgentenen korf die om een paal kan worden gehesen een neergelaten. De paal in Hoorn is in feite een (gejutte) scheepsmast van een zeilende vrachtvaarder en is 18,4 m hoog. De paal bestaat uit twee delen: de ondermast met daarop een verlengstuk, de steng. Deze constructie werd algemeen toegepast in de zeezeilvaart. De paal wordt overeind gehouden door tuidraden die aan de ondermast zijn vastgemaakt op het punt waar de steng aan de ondermast is bevestigd. De sjouw kan door deze constructie onbelemmerd om de steng op en neer worden gelaten (Afb. 6).
Om 11.30 uur werd de sjouw gehesen als tijdsein voor de boeren en anderen die op het land aan het werk waren dat het zo langzamerhand tijd is om naar huis te gaan voor de middagmaaltijd die normaliter om 12 uur werd genuttigd. Om 15:30 werd de sjouw neergelaten ten teken dat het bijna melkenstijd is en men terug moet naar de boerderijen voor het melken van de koeien.
      De schoolmeester was verantwoordelijk voor het bedienen van de sjouw en in zijn contract stond dan ook dat hij moet kunnen klokkijken, hetgeen erop duidt dat het Weule-uurwerk in de kerk een voorganger moet hebben gehad. Het is niet bekend of de schoolmeester de sjouw persoonlijk ophees en neerliet. Waarschijnlijk liet hij dat een van zijn leerlingen doen op zijn teken.

      In Midsland was ooit ook een sjouw aanwezig. Met een sjouw in Hoorn en een in Midsland werd het gehele oorspronkelijke landbouwgebied op Terschelling vanaf de Waddenzee tot aan de duinenrij langs de Noordzee bediend. De sjouwen ware overal goed te zien. Dat werd minder toen vanaf 1910 bomen op het eiland werden geplant.

      Het woord sjouw is in diverse woordenboeken opgenomen, maar niet in de betekenis van tijdbal zoals op Terschelling. In het zeewezen heeft sjouw de betekenis van een gedeeltelijk opgerolde of ingesnoerde vlag die wordt gehesen als noodsein (‘de vlag in sjouw’).
      In Friesland kende men in de oude turfwinningsgebieden al in de 17e eeuw een met de sjouw vergelijkbare installatie onder de naam lawei (Wikipedia). Dat was vaak een lege aardappelmand die aan een tak van een goed zichtbare boom werd opgehesen een neergelaten om daarmee de werktijden voor de turfstekers aan te geven. De schouwburg in Drachten draagt overigens de naam De Lawei.

Scheepvaart en tijdbal
      Vanaf het begin van de 19e eeuw zijn tijdballen gebruikt in zeehavens om daarmee de scheepschronometers te kunnen gelijkzetten en ijken. In Nederland waren tijdballen aanwezig in bijvoorbeeld Hellevoetsluis, Nieuwendiep, Vlissingen en Den Helder. Normaliter werd de tijdbal 5 minuten voor 12.00 uur tot halverwege de top gehesen. Twee minuten voor 12.00 uur werd de bal in top gehesen en precies op het ogenblik van de middelbare middag liet men de bal vallen.
      In Groot-Brittannië (Greenwich) is nog steeds een tijdbal in bedrijf op het dak van het Royal Observatory. Het is een grote rode bal die om een stang, waarop de windhaan staat, op en neer wordt gelaten. Voor het tijdstip van vallen van de tijdbal heeft men in Greenwich 13.00 uur gekozen.

Bronnen
- Jan Zorgdrager, koster van de kerk te Hoorn (Terschelling).
- Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen en de Zeevaartkunde, Zevende Deel, Hoofdstuk X, Iets over de tijdsbepaling, door Jacob Swart, Wed. G.Hulst van Keulen, Amsterdam 1847.
- Beschrijving van de Wester-Schelde, Ministerie van Marine, 1884.

Bron: Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk; het Torenuurwerk, nummer 133, maart 2017.

 

 

Het oorspronkelijke artikel uit het Torenuurwerk, nummer 133, maart 2017.