Bijzonder Terschelling: Monopoly

Door SOS op vr, 31/08/2018 - 11:45
Zicht op West-Terschelling vanaf Grootduin. Foto Jan van der Zee

Zicht op West-Terschelling vanaf Grootduin. Foto Jan van der Zee

Terschelling gaat steeds meer lijken op het kapitalistisch spel bij uitstek: Monopoly. Het gaat vooral over ‘huisjes’ en ‘hotels’. Net als in het Monopoly-spel is er geen ruimte voor ‘andere waarden’ zoals natuur, landschap en authenticiteit. Die zijn niet te koop, dus spelen geen rol. Dat er in de praktijk wel meer speelt blijkt ondermeer uit de vele zienswijzen, bezwaren en beroepen die worden ingediend, ondermeer door SOS. SOS heeft daarbij het ‘algemeen belang’ als uitgangspunt, want SOS heeft geen ‘eigen belang’ in de vorm van huisjes of hotels. Zij streeft ruimtelijke kwaliteit, kleinschaligheid en authenticiteit na.

Ook de gemeente wordt verondersteld – namens de bevolking – het algemeen belang na te streven. Je zou dan denken dat de gemeente en SOS aan de zelfde kant van de kar trekken. Maar dat is niet zo, wat het grote aantal zienswijzen, bezwaren en beroepen tegen ruimtelijke plannen laat zien, met de Raad van State als vangnet. Dus van tweëen één. Of er zijn twee soorten ‘algemeen belang’ die diametraal tegenover elkaar staan. Of de gemeentelijke organisatie behartigt het algemeen belang niet goed. De vraag is dan: “Wat is het algemeen belang dan?”

In een gemeentelijke nota van eind 2012 (aangehaald in De Miedbringer van augustus 2014) staat als citaat: “In de Terschellinger cultuur is het niet normaal om als gemeente – bestuurlijk en ambtelijk – ‘nee’ te zeggen tegen aan aanvraag. Aan de individuele aanvraag die voorligt wordt daarmee in de praktijk meer waarde toegekend dan aan het algemeen belang dat in het bestemmingsplan is vastgelegd (...). Terwijl de formele rol van de gemeente bij VTH juist is om het algemeen belang te bewaken. Doordat individuele aanvragen in de praktijk centraal worden gesteld wordt in vergelijking met andere gemeenten veel (binnen- en buitenplans) afgeweken van bestemmingsplannen. Dat betekent in de uitvoering dat steeds krachtige motivaties geschreven moeten worden. En hoewel het de verantwoordelijkheid is van de vergunningaanvrager om goed duidelijk te maken waarom een afwijking van het bestemmingsplan volgens hem/haar nodig is, is het in de praktijk een ambtenaar van de gemeente die deze motivatie op papier zet” (...). Einde van het citaat en het begin van een bezinning.

Bij een monopolie-streven gaat het erom de concurrenten uit de markt te drukken, met meer huisjes, appartementen of grotere hotels. Daar zijn projectontwikkelaars en hotelketens beter toe in staat dan kleinschalige familiebedrijven. Maar die laatste zijn juist het kenmerk van de authenticiteit, kleinschaligheid en eigenheid van Terschelling. Bovendien zijn deze op langere termijn meer flexibel en minder kwetsbaar bij economische tegenwind. En ze vereisen minder grootschalige personeelshuisvesting. Daar komt bij dat projectontwikkelaars en hotelketens vooral grootschaligheid en ‘instant toerisme’ (moeten) leveren. En ze zijn bij machte kleinschalige concurrenten ‘uit de markt te drukken’: “Landalisering”. Want dat is deel van hun bedrijfstrategie: er móet omzet-‘gedraaid’ worden om de hoge investeringen terug te verdienen voor de aandeelhouders. Ook een soort Monopoly-spel. Dat gaat ten koste van de schaal, het aanzicht en de menselijke maat op het eiland. En van de bezoekers-trouw. Dus de vraag is dan: “Hoe behoudt Terschelling haar kleinschaligheid en authenticiteit als die deel uitmaken van het algemeen belang” (TS25). En dan is de volgende vraag: “Wie zorgt daar dan voor in het licht van het bovenstaande?” De gemeente Terschelling? En welke politieke partij in het bijzonder? Of ligt die taak voor een groot deel bij SOS, gezien de ervaringen van de laatste jaren?

Op verzoek van enkele raadsfracties heeft het college van B&W dit voorjaar haar ‘Bestuurskracht’ laten onderzoeken door een extern bureuau (BMC). De vraag was hoe Terschelling haar zelfstandigheid als gemeente op langere termijn kan (waar-)borgen. Dit gezien de groeiende complexiteit, de beperkte bevolkingsomvang, en dus haar beperkte ambtelijk-bestuurlijke capaciteit. De uitgevoerde Quickscan had alleen betrekking op het ‘intern’ functioneren van de gemeentelijke organisatie. Daar kwamen een flink aantal verbeterpunten uit voort. Zo werd een zekere organisatorische ‘kramp’ geconstateerd.

In verband met bovengenoemde probleemschets is het aanvullend interessant en essentieel te onderzoeken hoe de gemeente ‘extern’ functioneert, dus bij het behartigen van het algemeen belang. Nu bleven onderwerpen als Kwaliteit, Vertrouwen, Dialoog, Transparantie, Geloofwaardigheid, Integriteit, Verantwoording en Cliëntelisme buiten beschouwing. Maar die vormen wel de kern voor het voortbestaan van de zelfstandige gemeente Terschelling en van een levende democratie. Wat moet de gemeente in de blijvend perifere ligging van een eiland doen om zelfstandig te ‘moeten’ blijven voortbestaan? De gemeente is geen Besloten Vennootschap, maar heeft een burger-dienende taak vanuit het algemeen belang. Dat betekent dus geen Monopoly-spel, maar TS25. Dus werk aan de ‘Winkel’.

Hilmar Schurink

Bron: De Miedbringer, jaargang 57, augustus 2018, 1808-202