Kluut in de Terschellinger polder. Foto Jan van der Zee

Zienswijze natuurorganisaties op ontwerp-beheerplannen Natura2000 in het Waddengebied.

De gezamenlijke natuurorganisaties die bij het waddengebied betrokken zijn hebben hun zienswijze ingediend op de ontwerp-beheerplannen van de Natura2000-gebieden in het waddengebied die momenteel ter inzage liggen. De organisaties zijn Vogelbescherming Nederland, Waddenvereniging, Natuurmonumenten, It Fryske Gea, Stichting het Groninger landschap, stichting Wad, Wereld Natuurfonds en Noord-Hollands Landschap. Volledige tekst van de zienswijze.

De natuurorganisaties dienen één zienswijze in, die betrekking heeft op alle zeven ontwerpen omdat er in het waddengebied een grote samenhang is tussen de genoemde zeven Natura 2000-gebieden en het – terecht – niet voor niets is, dat deze zeven ontwerpen gelijktijdig ter inzage zijn gelegd.

Ter informatie wordt hier een deel van de zienswijze gepresenteerd. SOS-Terschelling heeft zelf geen zienswijze op de ontwerp-beheerplannen ingediend.

Zorgen

In de zienswijze worden zorgen geuit over de achteruitgang van de natuur in het waddengebied. “De stelselmatige sterke achteruitgang van de natuur van het waddengebied lijkt zich, wellicht mede dankzij Natura 2000, om te buigen naar een minder sterke achteruitgang en op incidentele punten zelfs stilstand. Maar van verbetering en het dringend noodzakelijke herstel van de natuur is nog geen sprake. Om een enkel voorbeeld te noemen: het voedselweb is niet op orde en de visstand voldoet bij lange na niet aan een natuurlijke situatie. De ‘rijke Waddenzee’ is nog ver weg. Sommige broedvogels zijn bijna verdwenen uit het waddengebied. In dit licht is het verbazingwekkend, dat de verantwoordelijke overheden zich hierbij neerleggen en er niet voor gaan om dat noodzakelijke herstel te realiseren. In de ontwerpen voor de beheerplannen voor de Waddenzee en Noordzeekustzone is zelfs onder verwijzing naar de brief van 14 september 2011 (de zogenaamde Blekerbrief) expliciet gesteld, dat tijdens de eerste beheerplanperiode met beheermaatregelen niet verder gegaan zal worden dan het voorkomen van verslechtering. Alhoewel de ontwerpen voor de eilanden dit niet zo expliciet vermelden lijkt ook voor die ontwerpen hetzelfde uitgangspunt te gelden. “
 

Lees ook