Kiel en/of koel

Door SOS op ma, 01/06/1992 - 18:00

Kiel en/of koel 1

Met veel plezier lees ik elk kwartaal "De Miedbringer". Daarom ben ik blij dat ik wat terug kan doen. In het nummer van maart (blz. 5) vraagt de heer Teunis Schol, of er misschien een oud-zeeman is, die weet wat een "koel" is. Nu ben ik geen oud-zeeman, maar gelukkig heb ik vier Russische woordenboeken die stukje bij beetje de volgende informatie verschaffen. Het Russische woord "koelj" kan twee dingen betekenen: (A) "grote zak", "bastzak", "gonjezak" of baal, of (B) een oude handelsmaat (voor graan e.d.) die overeenkomt met een gewicht van plm. 9 poed ofwel 10 poed als het gaat om meel. Een poed is gelijk aan 16,3 kilo. Een koelj lijnzaad weegt dus plm. 146,7 kilo. Kapitein Gossen Jort Smit heeft in 1867 te St.Petersburg 1673 koelen lijnzaad geladen. Als we aannemen dat hier de oude handelsmaat wordt gebruikt, dan ging het om 245 ton. Voor het woord "kiel" moeten we niet in Rusland zijn, maar in Engeland, waar volgens "Van Dale, Groot Woordenboek Engels - Nederlands" het woord "keel" kolenschuit of lichter betekent, ofwel de lading aanduidt die een dergelijke schuit kan vervoeren. Kapitein Smit nam dus te New Castle 10,5 schuitladingen gaskolen in. Hoeveel ton dat is, werd mij niet geopenbaard. In ieder geval blijkt een kiel iets heel anders te zijn dan een koel. Dit onderzoek was voor mij, als leek, een onverwacht en verfrissend uitstapje. Ik hoop dat u iets hebt aan het resultaat.

Met vriendelijke groeten,

A.W.Burger, Amsterdam.

Kiel en/of koel 2

In de "Miedbringer" van maart 1992, vind ik op blz. 4, "Uit de Journalen van Gossen Jort Smit: Op 8 augustus 1867, de ballast gelost en lading ingenomen te New Castle voor St.Petersburg, en wel 10,5 kilo gaskolen, aan boord van de schoenerkof "Aurora", groot 158 tons (Terschelling Buitengaats)". De vraag is wat betekent kiel of koel. Volgens mij is kiel in het Engels "keel" wat betekent (kolen)-schuit of hoeveelheid in de kolenschuit of -lichter. De schoenerkof "Aurora" is groot 158 tons, maar dit behoeft niet altijd het laadvermogen te zijn. Als de kapitein van een schip in een haven aankomt om te laden, geeft hij het bedrag in tonnen op wat het schip moet laden, in dit geval gaskolen. Het schip moet dus 10,5 lichters aan gaskolen laden. Stel dat zo'n lichter plus minus 12 ton groot is of iets meer dan krijgt het schip laten we zeggen 130 á 140 ton gaskolen aan boord, dus 158 ton verminderd met zijn onverklaarbaar gewicht. In mijn stuurmansleerlingtijd werd er in Port Said ook nog uit lichters kolen geladen of gebunkerd, door mankracht met zakjes kolen op rug of schouders en dat ging toch nog vrij vlot, alleen zat het schip onder de kolenstof. Dit is mijn verklaring van 10,5 kiel, misschien zijn er anderen met een andere verklaring.

Hoogachtend,

Iem Smit, West-Terschelling.

Kiel en/of koel 3

Uit het dictaat van mijn vader (Kweekschool voor de Zeevaart, Amsterdam, ca. 1905). 1. Keel (steenkolen): 8,5, Reg.ton (Engeland).

met vriendelijke groeten,

E.van Rees Vellinga, Wageningen.

Kiel en/of koel 4

De grote vraagbaak bij het zoeken naar de betekenis van ons onbekende woorden is het Woordenboek der Nederlandse Taal, gestart in 1851 als historisch-beschrijvend woordenboek voor de Nederlandse taal van 1500 tot de twintigste eeuw (over een jaar of wat hoopt de redaktie eindelijk klaar te zijn met de letter Z!). Goed, gekeken in deel VII 2 van Keurmeester tot Kozijn en ziedaar, behandeld als Kiel (VIII), de verklaring van de term in het relaas van kapitein Smit: "Kiel (VIII): znw. (het geslacht blijkt niet). Ontleend aan eng. keel, kolenlichter, in de betekenis van "the quantitiy of coals carried in a keel,.... 21 tons, N(ew) E(nglish) D(ictionary) V, 658c". Zekere hoeveelheid kolen (eenentwintig ton scheepsgewicht): loon van 1,10 per kiel (21 ton), N.Rott.Cour. v. 8 Oct. 1889, II,A." N.B. Het geciteerde deel van het WNT is gereedgekomen in 1941.

Graag even van dienst, met vriendelijke groet

Dr.Nienke Bakker, Leiden.

De Miedbringer, Jaargang 31 No. 92016-117. Juni 1992. Pagina 19 - 21.