Beroep tegen bouwplannen Pluktuin

Door Gerard Muiser op ma, 06/07/2020 - 09:56

Beroep Zelfpluktuin

 

Opnieuw is SOS in beroep gekomen tegen het gewijzigde bestemmingsplan Zelfpluktuin Groenhof. Dat heeft er in geresulteerd dat bestuursleden niet meer welkom zijn in de pluktuin, constateert toekomstig voorzitter Jan Willem Spanjer. .

Dat is jammer omdat SOS niets tegen de pluktuin heeft maar wel tegen de realisering aldaar van een bedrijfswoning met schuur.

In eerste instantie heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep  van SOS gehonoreerd, Niet alleen was er sprake van onvoldoende motivering van de gemeente met betrekking tot de vraag of de zelfpluktuin wel als volwaardig agrarisch bedrijf valt te betitelen, ook lag de vraag voor of een bedrijfswoning wel noodzakelijk was, nu de aanvragers op 700 meter afstand van de pluktuin wonen en dus voldoende toezicht kunnen houden.  De gemeente heeft vervolgens een verbeterde motivering gegeven, maar dat is te laat bij de Afdeling ingediend waardoor het beroep van SOS gegrond is verklaard. In deze laatste  beslissing heeft de Afdeling de gemeente opnieuw in de gelegenheid gesteld het bestemmingsplan beter te motiveren. Dat heeft de gemeente gedaan, maar in de optiek van SOS schiet deze motivering opnieuw te kort. Niet alleen is onvoldoende gemotiveerd waarom ten behoeve van het toezicht de bouw van een bedrijfswoning noodzakelijk is, maar ook is de motivering ten aanzien van de volwaardigheid gebrekkig.

Onderstaand is het beroepschrift van SOS weergegeven. Hierin kunt u lezen waarom naar de mening van SOS het nieuwe besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan dient te worden vernietigd.

Nogmaals, het is jammer dat bestuursleden worden weggestuurd van de pluktuin onder toevoeging dat SOS zich overgeeft aan list en bedrog. Daarvan is geen sprake: ons beroep dient mede om te voorkomen dat ook anderen een bedrijfswoning in de polder kunnen realiseren en er dus sprake kan zijn van precedentenwerking.

 

AANGETEKEND

Raad van State

Afdeling bestuursrechtspraak

Postbus 20019

2500 EH ’s-GRAVENHAGE

Heemstede, 24 juni 2020

Inzake: SOS/gemeente Terschelling (bestemmingsplan ‘Zelfpluktuin Groenhof’)

Uw nummer: 202002849

Stichting ons Schellingerland heeft op 8 mei 2020 sauverend beroep in gesteld tegen het herstelbesluit bestemmingsplan Zelfpluktuin Groenhof. Thans worden de gronden van het beroep nader aangevoerd.

1. Voornoemd besluit is een vervolg op de tussenuitspraak van uw Afdeling dd. 23 oktober 2019 en einduitspraak dd. 1 april 2020 onder nummer 201808384/2/R3. In voornoemde tussenuitspraak is opgedragen binnen 20 weken:

- met inachtneming van wat is overwogen onder 6.5 , hetzij alsnog draagkrachtig te motiveren dat Zelfpluktuin Groenhof v.o.f. kan worden aangemerkt als volwaardig agrarisch bedrijf, hetzij in zoverre een gewijzigd plan vast te stellen;

- met inachtneming van wat is overwogen onder 6.6 , hetzij - indien blijkt dat Zelfpluktuin Groenhof v.o.f. kan worden aangemerkt als volwaardig agrarisch bedrijf - alsnog draagkrachtig te motiveren dat een bedrijfswoning noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van de zelfpluktuin ter plaatse, hetzij in zoverre een gewijzigd plan vast te stellen.

2. De gemeenteraad heeft niet tijdig, d.w.z. binnen 20 weken na 23 oktober 2019, de Afdeling en SOS op de hoogte gesteld van het gewijzigde of nieuwe besluit, waarna de Afdeling bij beslissing van 1 april 2020 het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan “Zelfpluktuin Groenhof” heeft vernietigd en de gemeenteraad opgedragen binnen 16 weken een nieuw besluit te nemen. Bij besluit van 26 februari 2020 heeft de gemeenteraad een herstelbesluit genomen en dat is op 2 april 2020 gepubliceerd.

3. Het herstelbesluit betreft een wijziging van het bestemmingsplan, maar is in wezen een verbeterde motivering van de onder randnummer 1 gegeven opdracht ten aanzien van de volwaardigheid van het agrarisch bedrijf en de noodzakelijkheid van een bedrijfswoning.

4. SOS zal aandacht besteden aan beide onderwerpen en concluderen, dat niet is aangetoond dat het gaat om een volwaardig agrarisch bedrijf en als daarvan wel sprake zou zijn, de noodzaak voor een bedrijfswoning niet is aangetoond. Ook zal aandacht worden besteed aan de ecologische gevolgen van realisering van het bedrijfsgebouw.

Volwaardig agrarisch bedrijf?

5. In de verbeterde motivering valt op, dat onderscheid wordt gemaakt in de huidige situatie en toekomstige situatie. Zoals is gesteld in de motivering:

Waar nu de tuin open is voor publiek in de maanden juni, juli en augustus, kan in de toekomst door verbreding van het aanbod aan gewassen de tuin in mei al open en pas eind september dicht. Dit is een aanzienlijke verruiming van de afzetperiode. Daarnaast kan er door het verwerken van de producten tot bijvoorbeeld ambachtelijke jam, ingemaakte groenten, bloemenzeep en gedroogde kruidenthee een nu nog niet bestaande extra afzet gegenereerd worden die niet aan de seizoenen gebonden is en daarmee ook jaarrond gegenereerd kan worden.

En voorts:

Zelfpluktuin Groenhof is een volle grond fruit en groente teeltbedrijf met een oppervlakte van 1,5 ha, wat uitgebreid kan worden tot 4,5 ha. wat reeds in eigendom is.

In de inleiding van de motivering wordt gesteld:

De zelfpluktuin beschikt over een areaal van 4,5 hectare. Het betreft de kadastrale nummers: 1157, 1158,1159 en 1517. Het areaal is daarmee groter dan het plangebied van bestemmingsplan Zelfpluktuin Groenhof.

6. Dat brengt SOS tot de conclusie dat het plangebied in feite wordt uitgebreid, zonder dat het bestemmingsplan op dit punt wordt aangepast. Het onderhavige plan gaan immers uit van de kadastrale nummers 1157 en 1158 met een oppervlakte van 1,5 ha. Met de uitbreiding tot 4,5 ha, waarvan dus 3 ha buiten het plangebied, wordt in feite al toegegeven dat met de oppervlakte van 1,5 ha geen volwaardig agrarisch bedrijf valt uit te oefenen. De verbeterde motivering geeft dat overigens ook niet aan.

7. SOS is voorts van mening dat de aanvullende 3 ha niet mogen meetellen voor de toekomstige bedrijfsvoering. Immers, uitgangspunt van het bestemmingsplan is, dat alleen producten uit eigen tuin mogen worden verkocht. Artikel 1.47 van de bestemmingsregels geeft een definitie van de Zelfpluktuin:

een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin op bedrijfsmatige wijze het telen van bloemen, groenten en fruit en daarmee gelijk te stellen producten wordt uitgeoefend en verkoop van uit eigen tuin afkomstige verwerkte en/of onverwerkte producten plaatsvindt.

8. De agrarische schuur is ook gedefinieerd in artikel 1.6 van de bestemmingsregels:

een gebouw voor de verkoop van agrarische of direct aanverwante producten die in de zelfpluktuin zijn geteeld en/of geproduceerd en/of tevens voor de opslag van materiaal ten behoeve van de zelfpluktuin;

9. De specifieke gebruiksregels onder 3.4 bepalen:

a. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: 1. het opslaan van mest, hooi- en/of kuilbalen en/of overige landbouwproducten, met uitzondering van agrarische of direct aanverwante producten die in de zelfpluktuin zijn geteeld en/of geproduceerd;

10. Dit betekent dat de bedoelde 3 ha met kadastrale nummers 1159 en 1517, zijnde grasland en deeluitmakend van het bestemmingsplan Buitengebied Polder niet gebruikt kan worden ten behoeve van de zelfpluktuin. Anders gezegd: producten van de 3 ha mogen niet worden verkocht of opgeslagen. Ook overigens staat het bestemmingsplan Buitengebied Polder gebruik van dit grasland ten behoeve van de zelfpluktuin niet toe, waar immers in artikel 3.4 (specifieke gebruiksregels) is bepaald:

Tot een strijdig gebruik met deze bestemming (agrarisch, jws), wordt in ieder geval gerekend:

Artikel 3.4 a, onder 3:

Het gebruik van de gronden en/of bouwwerken voor houtteel, bosbouw, bollenteelt, boomkwekerijen, sier- en/of fruitteelt (…)

En onder artikel 3.4 a, onder 7 betreft het strijdig gebruik:

Het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.

Daarvan is in casu sprake, nu het de kennelijke bedoeling is om de vruchten van de hier bedoelde 2 ha aan het publiek te verkopen in de zelfpluktuin.

11. Het bovenstaande betekent, dat onvoldoende gemotiveerd is dat de Zelfpluktuin als volwaardig agrarisch bedrijf valt aan te merken. SOS heeft voorts gevraagd om inzicht in de winst- en verliesrekeningen, die voorhanden moeten zijn nu het bedrijf al sedert 1986 wordt geëxploiteerd ter plaatse. Kennisgeving is van belang omdat uit deze cijfers niet alleen zal blijken wat de werkelijke omzet is, maar ook welke producten er

ter plaatse worden verkocht. Immers, SOS heeft vastgesteld dat een aanzienlijk gedeelte van het assortiment aan producten bestaat uit cranberryproducten. Deze producten worden echter niet geteeld in de zelfpluktuin en mogen dus ook niet worden verkocht, zoals hierboven al is betoogd. De opbrengst daarvan mag derhalve niet meetellen voor de omzet.

12. Uitgangspunt van de exploitatie is de zelfpluk, dat in de maanden juni, juli en gedeelte augustus plaatsvindt. Vorig jaar was de zelfpluktuin op 20 augustus “uitgeplukt”. Dus in wezen is de zelfpluktuin gedurende ca 2,5 maanden exploitabel. Onduidelijk is hoe in de toekomst de septemberpluk gestalte zal krijgen.

13. Bovendien is inmiddels een omgevingsvergunning verleend ten behoeve van het cultureel festival OEROL, zie onderstaande publicatie:

Verleend een omgevingsvergunning op 5 maart 2020. Betreft: tijdelijke afwijking bestemmingsplan voor cultureel festival OEROL voor de duur van 5 jaar locatie 60, locatie 61, locatie 62, locatie 63 (Zelfpluktuin Groenhof), locatie 64 (Hoornerkooiweg), locatie 65 (Lancasterdijk), locatie 66 (Lancasterdijk). Kenmerk: 2020-FUMO-0037492.

Dat betekent in feite dat de Zelfpluktuin in juni feitelijk gebruikt wordt als evenemententerrein en dus niet gebruikt kan worden als zelfpluktuin. Het bedrijfsplan rept daar niet over.

14. Voorts is geen ecologisch onderzoek verricht of het mogelijk is de 3 ha aan grasland om te zetten in een fruittuin of iets dergelijks.

15. De conclusie luidt dan ook dat niet is aangetoond hoe Zelfpluktuin Groenhof v.o.f. haar inkomsten genereert en of deze inkomsten voldoende bestaansmogelijkheden bieden.

Noodzaak bedrijfswoning?

16. In het WEA ondernemingsplan (bijlage 6) wordt onder meer gesteld:

De aanwezigheid van een bedrijfswoning op het bedrijfsareaal is een belangrijke voorwaarde op korte termijn omdat de bedrijfsvoering veel tijd en aandacht vergt. Het belang van een bedrijfswoning is er onder andere om zo ook buiten de reguliere arbeidsuren toezicht te kunnen houden. Het direct kunnen signaleren van bedrijfsrisico’s en het daarnaar handelen door middel van teelt-ondersteunende

werkzaamheden is vanuit een bedrijfswoning effectiever uit te voeren. De noodzaak voor het plaatsen van een bedrijfswoning bij de Zelfpluktuin is al langere tijd aanwezig. De huidige woonsituatie (in huis bij de ouders van één van de vennoten) is een onzekere en tijdelijke oplossing.

17. De huidige woonsituatie, in huis bij de ouders van éen van de vennoten, komt pas nu ter sprake. SOS betwist dat de exploitanten bij de ouders van een van hen inwonen. De vennoten bewonen het voorhuis. De oude schuur van deze boerderij wordt bewoond door de ouders van een van de vennoten. De woningen zijn als zelfstandige woonruimtes aan te merken.

18. Het ondernemingsplan stelt ten aanzien van het noodzakelijke toezicht:

Deze genoemde risico’s zijn niet volledig te ondervangen door alternatieven zoals bijvoorbeeld het plaatsen van camera’s of automatische weersensoren. Het alternatief van de camera is erop gericht naderhand te bekijken wat er zich heeft afgespeeld. Dit kan handig zijn bijvoorbeeld in het herkennen van een inbreker of het aanvoeren van bewijsmateriaal in geval van vandalisme.

Het ondernemingsplan geeft daarmee aan dat inderdaad door het plaatsen van camera’s vandalisme kan worden bestreden, althans dat de daders kunnen worden getraceerd. Overigens hebben de huidige camera’s ook een waarschuwingsmogelijkheid via de mobiele telefoon.

19. Om beter in te spelen op veranderende weersinvloeden is naast cameratoezicht raadpleging van diverse ‘weerapps’, zoals Buienradar en Weeronline voldoende. Deze apps kunnen worden ingesteld op regen, onweer en windsterkte en geven tijdig waarschuwingen. Daarbij komt dat onbeantwoord is gebleven de vraag of toezicht vanuit de huidige woning op 700 meter afstand met gebruikmaking van genoemde weerapps onvoldoende is. Een kostbaar systeem behoeft dan ook niet te worden aangeschaft. Met de aankoop van camera’s en de aanschaf van de (gratis) apps is niet meer dan € 1.000,-- gemoeid. Voorts is het zo, dat de huidige internetsnelheid ter plaatse voldoende is om camera’s te plaatsen.

20. Tot slot kan de materiaalopslag uitstekend plaatsvinden in de reeds aanwezige schuur op het terrein, zodra men is “uitgeplukt”

Conclusie:

21. Zowel ten aanzien van de volwaardigheid van het agrarisch bedrijf als de noodzaak daartoe schiet de motivering te kort en dient het beroep gegrond te worden verklaard.

Tot slot

22. Nu de gemeenteraad heeft gekozen voor het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan dienen ook de ecologische gevolgen van het plan opnieuw te worden bezien, ook voor de eerder genoemde 3 ha, dat weliswaar geen deel uitmaakt van het bestemmingsplan, maar wel gebruikt gaat worden ten behoeve van de exploitatie. Een en ander klemt te meer daar de Nbw 1998 is vervangen door de Wet Natuurbescherming én de Afdeling bestuursrechtspraak in 2019 de PAS regeling heeft afgeschoten. Voorts is het plangebied op 21 november 2015 laatstelijk bezocht (blz. 19, Toelichting) en inmiddels zijn we vijf jaar verder, waardoor de omstandigheden sterkt veranderd kunnen zijn en een ecologische inventarisatie opnieuw uitgevoerd dient te worden. Daarbij dient te worden onderzocht of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en Faunawetgeving niet noodzakelijk is, het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid wellicht noopt tot onderzoek en of een vergunning/ontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming noodzakelijk is. SOS is van mening dat niet volstaan kan worden met een onderzoek van 5 jaar geleden.

23. De beoogde woning wordt gebouwd op een afstand van amper 100 meter (107,5) van de grens van Natura2000-gebied Duinen Terschelling. De gemeente eist van alle planeigenaren langs de rand van N2000-gebieden, dat de effecten van uitvoering van het plan worden getoetst in een ecologisch rapport. De gemeente verlangt dit al voor projecten op grotere afstand van N2000-gebied. Dus waarom niet in het onderhavige geval? Daarnaast is het wettelijk verplicht een berekening te laten uitvoeren van de hoeveelheid stikstofdepositie die de nieuwe woning produceert. Deze depositie binnen N2000-gebied kan worden veroorzaakt in de gebruiksfase, door verwarming van de woning op bijvoorbeeld aardgas, maar ook ontstaat stikstofuitstoot tijdens de aanlegfase door brandstofgebruik van werktuigen tijdens de bouw. Het betreft een nieuwe woning op een plek waar nog niets gebouwd is. Dit betekent dat de stikstofberekening niet kan resulteren in een 0-berekening (waarbij de toename van

de depositie 0 mol/ha/jr is). Als er geen 0-berekening is, kan de bouw niet worden vergund (zolang de nieuwe drempelwaarde van Remkes nog niet is vastgesteld) in een Omgevingsvergunning, maar dient een stikstofvergunning van de Wnb te worden aangevraagd bij de provincie, vergezeld van een Passende beoordeling.

24. SOS verzoekt de Afdeling het beroep gegrond te verklaren en het besluit van de gemeenteraad dd. 26 februari 2020, gepubliceerd op 2 april 2020 te vernietigen met veroordeling van de gemeenteraad in de kosten.

Met vriendelijke groet,

J.W. Spanjer