Inspraak SOS in raadscommissie over de kruimelregeling

Door SOS op wo, 04/04/2018 - 12:36
West-Terschelling, Foto Jan van der Zee

West-Terschelling, Foto Jan van der Zee

Inspraak Kruimelregeling en Beleidsafwijking Ruimtelijke Ordening op 3-4-2018

Voorzitter, leden van de Raadscommissie,

SOS onderschrijft de zorgen van de PvdA-fractie over bovenstaand onderwerp. En is niet gerustgesteld door de antwoorden van het demissionair college van B&W bij monde van de Anteagroep. De controlerende rol van de gemeenteraad op het gebied van de ruimtelijke ordening wordt geminimaliseerd. Misschien kan dit landelijk-juridisch nog net door de beugel (Wabo, Bor), maar lokaal-maatschappelijk niet.

SOS, overwegende:
a. dat in 2014 en 2015 ‘herziene beleidsregels’ zijn opgesteld voor toepassing van planologische afwijkingen om beter tegenwicht te bieden tegen de gegroeide situatie om omgevingsvergunningen op het gemeentehuis in klein verband te ‘regelen’;
b. dat de kleinschalige ruimtelijke structuur op Terschelling (en op andere Waddeneilanden) grotere zorgvuldigheid verdient bij het verlenen van omgevingsvergunningen dan landelijk voorzien;
c. dat de verruiming van de Beleidsafwijking Ruimtelijke Ordening, mede via de zogenoemde ‘Kruimelregeling’, op Terschelling in de praktijk tot groot ongenoegen en rechtsonzekerheid zal gaan leiden (zie ook PvdA-vragen en de drie ingediende zienswijzen);
d. dat het college van B&W de ‘bevoegdheid’ maar niet de ‘verplichting’ heeft om de gemeenteraad procedureel NIET te betrekken bij de ‘Kruimelregeling’ en de zogenoemde “reguliere” enkelvoudige planprocedures;
e. dat behandeling van vergunningaanvragen, doorgemandateerd door het college van B&W naar de FUMO in Grouw, niet garandeert dat de eilander situaties en gevoeligheden daar goed worden ingeschat;
f. dat in geval van de ‘Kruimelregeling’ en de verruimde beleidsafwijkingen niet duidelijk is wie zorg draagt voor de ‘deugdelijke motivering’ vanuit  het ‘algemeen belang’ en de ‘goede ruimtelijke ordening’. Van de initiatiefnemer kan dat niet worden verwacht. Als het college van B&W dit doet, wie controleert daarop dan het college?
g. dat in geval van de ‘Kruimelregeling’, door té laat te besluiten, de kans op een vergunning-van-rechtswege groot is en tot rechtsonzekerheid voor burgers kan leiden;
h. dat een vergunning-van-rechtswege wegens al of niet bewuste vertraging bij FUMO (om commerciële of personele redenen) aan initiatiefnemers geen succes garandeert;
i. dat in geval van de ‘Kruimelregeling’ wettelijk geen terinzagelegging aan de burgers vereist is, zodat deze gedwongen zijn – ná vergunningverlening - via een bezwaarschrift bij hetzelfde college van B&W haar ‘recht’ te moeten halen. De burger-vertegenwoordigende gemeenteraad is buitenspel gezet; 
j. dat de begrippen ‘goede ruimtelijke ordening’, ‘algemeen belang’ en ‘deugdelijke motivering’ uit de Algemene Wet Bestuursrecht primair bewaakt moeten worden door de gemeenteraad. Ook, of juist, bij afwijking van geldende bestemmingsplannen;
k. dat in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen niet heeft gestaan dat deze controlerende bevoegdheid door de gemeenteraad ‘weggemandateerd’ zou moeten worden. De huidige raadsleden beschikken dus niet over het kiezersmandaat om dit te doen;
l. dat de Algemene Wet Bestuursrecht hiërarchisch boven de Wabo en de Bor staat;

Vraagt zich af:
A. of de huidige demissionaire status van het college van B&W, met afscheidnemende wethouders, het goede moment is om deze vérstrekkende regelingen door te drukken bij de nieuwe gemeenteraad. Het heeft daarmee de kenmerken van een ‘coup’;
B. of de vierdubbele rol van de burgemeester op dit demissionaire moment in dit traject geen integriteitsprobleem oplevert: voorzitter van deze raadscommissie, voorzitter van de controlerende raad, voorzitter van het college van B&W die onderhavige regelingen voorstelt, én hoeder van de democratische processen richting burgers;
C. of de dubbelrol van de demissionaire en mede-initiërende CDA-wethouder respectievelijk het nieuwe controlerende CDA-raadslid niet tot een belangen- en rolconflict leidt. Dit zelfde geldt voor de PvdA-wethouder/raadslid;

Geeft de gemeenteraad ernstig in overweging:
1. het principe te hanteren: “Bestemmingsplan is bestemmingsplan” en (buitenplanse) afwijkingen uitsluitend toe te staan via de zogenoemde ‘uitgebreide planprocedure’. Dus via een herziening van het bestemmingsplan middels een “postzegelplan”, en zodoende de bevoegdheid van de gemeenteraad op het gebied van Ruimtelijke Ordening te handhaven. En daarmee beleidsinterpretaties en rechtsonzekerheid bij burgers (die zij dienen) te voorkomen;
2. de ‘Kruimelregeling’ (Bor art.4, Wabo par 3.2 en lijst AmvB) voor Terschelling in het bijzonder, en de Waddeneilanden in het algemeen, “niet-verbindend” te verklaren onder verwijzing naar de ‘Waddenclausule’ die afwijking van landelijk beleid en regelgeving mogelijk maakt;
3. binnen de gemeenteraad een open discussie te voeren over dit onderwerp zonder het demissionair college van B&W daarin te betrekken. Dit gezien de zelfstandige controlerende en richtinggevende rol van de gemeenteraad in haar relatie naar de burgers in het kader van het duale stelsel;
4. de besluitvorming over dit onderwerp op te schorten.

Dank voor uw aandacht.

Hilmar Schurink, voorzitter SOS.

Jaap Smit, secretaris SOS.