Overwegingen rond de Pluktuin

Door SOS op wo, 08/03/2017 - 12:12
Oosterend. Besuien de bon. Foto Jan van der Zee

Oosterend. Besuien de bon. Foto Jan van der Zee

INSPRAAK Raadscommissie 7 maart 2017: ‘Overwegingen rond de Pluktuin’

Voorzitter,

Namens SOS sta ik hier “Met een warm hart, maar met een koel hoofd”. Deze uitspraak van wethouder De Jong vorige week vond ik een hele sterke. Vandaar dat ik hem hier overneem.
Het gaat nu over de Pluktuin. Maar ik zet dit onderwerp eerst in een breder kader. Niet alleen de gemeenteraad, maar ook SOS wordt in toenemende mate geconfronteerd met zogenoemde ‘postzegel-bestemmingsplannen’. Deze worden toegepast in situaties waarin plannen van initiatiefnemers in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan. Dat gebeurde in het verleden vrij sporadisch. De laatste tijd neemt dat aantal sterk toe. Vandaag drie. Om gelegenheidsaanpak te voorkomen is dus een ‘toetsingskader’ gewenst.

Nu kan je als SOS en gemeente het uitgangspunt huldigen dat “Bestemmingsplan is bestemmingsplan”. Maar in de praktijk leidt dit tot onwerkbare en ongewenste situaties, de tijd schrijdt voort. Zie eerdere voorbeelden, zoals de Cranberryschuur aan de Badweg-West. Ook voor het SOS-bestuur - die namens 450 donateurs voor ‘het eilander eigene’ staat - is dan de vraag hoe met die strijdige initiatieven om te gaan: bezwaar indienen of niet? Want ‘een gunfactor’ leidt niet automatisch tot een vereiste ‘deugdelijke motivering’ en ‘een goede ruimtelijke ordening’ vanuit algemeen belang. Los van de vraag hoe de initiatiefnemer dat zelf ervaart. En situaties dat ‘het ene juist is, maar het andere niet onwaar’, zodat er 'kruis of munt’ gegooid moet worden of ‘hoofdelijk gestemd’, levert die ‘deugdelijke motivering’ vanuit algemeen belang ook niet op. Maar wat dan wel?

SOS heeft in de eerdere raadscommissie over dit onderwerp gewezen op de schaal: ‘leuk – nuttig – noodzakelijk – urgent’. Anders gezegd: gewezen op de ‘nut-en-noodzaak discussie’, met aan beide kanten nog een extra handelingsmotief. Deze trits kan in voorkomende situaties als analysekader en motivering ingezet worden.

Dit als opmaat naar de Pluktuin. Het SOS-bestuur heeft hierover nog geen standpunt ingenomen, maar heeft wel een aantal vragen.

De Pluktuin vervult ontegenzeggenlijk een belangrijke rol als ‘toeristische trekpleister’. Dit levert meteen de principiële vraag op of de Pluktuin bestemmingsplantechnisch een landbouwbedrijf, een tuinbouwbedrijf of een toeristisch bedrijf is. Dit geldt dan voor het gehele grondgebied, nu nog met landbouwbestemming. Want overwegend zijn de klanten en gasten ‘toeristen’, die via de hoofdweg binnen komen en daar parkeren. Dit zou bestemmingsplantechnisch dan meteen geregeld moeten worden, lijkt SOS. Dit heeft dus met de planomvang en plangrens te maken.

Maar vandaag gaat het alleen om de ‘bouwvlek’ voor het bedrijfsgebouw annex woning aan de westkant van het perceel. Welke rol de bestaande loods aan de zuidkant (buiten het bestemmingsplan) daarin speelt - van oorsprong de werktuigenopslag maar nu het toeristisch kloppend hart - blijft bij deze ‘postzegelaanpak’ onduidelijk. Verdwijnt die loods? Maar waar vindt dan de ontvangst en horeca plaats? Ook is onduidelijk of vestiging van een tuinbouwbedrijf of landbouwbedrijf (met bedrijfsgebouw) vanuit het Bestemmingsplan Buitengebied Polder ook kan leiden tot ‘kamperen bij de boer’. In de kwetsbare binnenduinrand die toeristisch al sterk is belast. Duurzaam landschap? Goede Ruimtelijke Ordening á la BeterBoerenBed?

Je opent de mogelijkheid om een bedrijfsgebouw neer te zetten voor tuinbouw (wat nu bestemming Landbouw is), met daarbij de mogelijkheid van wonen, cursussen en kamperen bij de boer. Hoe ver wil je gaan? Plastic tunnels tegen klimaatinvloed? Begrijpt iedereen de vergaande consequenties in ruimtelijke zin? En wat roept dit voor precedentwerking op?

Meer concreet naar het voorgestelde bedrijfsgebouw en de beoogde functies daarin, in relatie tot de bovenbedoelde ‘nut-en-noodzaak’ discussie. SOS kan zich goed voorstellen dat voor het functioneren van het bedrijf, als tuinbouwbedrijf of toeristisch bedrijf, een deugdelijke machine- en oogstopslag ‘noodzakelijk’ is. Dit voor zover de oogst (fruit en bloemen) niet ‘real-time’ al is uitverkocht als kenmerk van de toeristische zelfpluktuin. De ‘noodzaak’ om op het perceel ook permanent te wonen, eventueel resterende oogsten meer of minder industrieel te verwerken of om in de winter cursussen te geven, levert bij SOS nogal wat vraagtekens op. ‘Leuk en nuttig’ is het zondermeer (wie wil dat niet?), maar ‘noodzaak en urgent’ is technisch en beleidsmatig iets anders. De afgelopen jaren functioneerde de Pluktuin ook zonder.

Conclusie: er mist een overkoepelend ruimtelijk plan waarin alle consequenties en motieven duidelijk worden.
Uw raad heeft dus nog enig denkwerk te doen.

Dank voor uw aandacht. 

Hilmar Schurink, voorzitter SOS.

     
 

Korenbloem met Sint-Jansvlinder. Foto Jan van der Zee

Korenbloem met Sint-Jansvlinder. Foto Jan van der Zee