Bijzonder Terschelling: FUMO en burgerparticipatie

Door SOS op vr, 01/08/2014 - 11:05
Oosterend Terschelling, Heartbreak Hotel. Foto Piet Zumkehr

Oosterend Terschelling, Heartbreak Hotel. Foto Piet Zumkehr

Uit de recente gemeentelijke nota Uitvoeringsbeleid bestemmingsplannen: "Een belangrijke taak van de lokale overheid is van oudsher om te sturen op de ruimtelijke ordening in de gemeente. De structuurvisie is hierbij het centrale sturingsinstrument en de uitwerking daarvan vindt plaats in bestemmingsplannen. Bij vergunningaanvragen voor bouwactiviteiten is de toets aan het bestemmingsplan dan ook een belangrijk onderdeel. Dit geldt zeker ook voor Terschelling, waar activiteiten als wonen, ondernemen en recreëren maar ook natuur aanspraak maken op de beperkte beschikbare ruimte op het eiland". Zo staat het in een recent vastgelegde gemeentelijke beleidsnota.

Gemeentelijke nota

De gemeentelijke nota vervolgt: "Eind 2012 is een onderzoek uitgevoerd naar de toekomstige uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in het omgevingsrecht". (Onderwerpen waar SOS altijd met veel interesse naar kijkt). "Daarbij is naar voren gekomen dat de uitvoering veel minder efficiënt en effectief is dan gewenst. De twee belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

a. In de Terschellinger cultuur is het niet normaal om als gemeente - bestuurlijk en ambtelijk - 'nee' te zeggen tegen een aanvraag. Aan de individuele aanvraag die voorligt wordt daarmee in de praktijk meer waarde toegekend dan aan het algemeen belang dat in het bestemmingsplan is vastgelegd (...). Terwijl de formele rol van de gemeente bij VTH juist is om het algemeen belang te bewaken. Doordat individuele aanvragen in de praktijk centraal worden gesteld wordt in vergelijking met andere gemeenten veel (binnen- en buitenplans) afgeweken van bestemmingsplannen (...). Dat betekent in de uitvoering dat steeds krachtige motivaties geschreven moeten worden. En hoewel het de verantwoordelijkheid is van de vergunningaanvrager om goed duidelijk te maken waarom een afwijking van het bestemmingsplan volgens hem/haar nodig is, is het in de praktijk een ambtenaar van de gemeente die deze motivatie op papier zet.

b. Heldere richtlijnen over hoe het ruimtelijk ordeningsbeleid dat in de bestemmingsplannen is vastgelegd precies moet worden uitgelegd ontbreken. Steeds opnieuw ontstaan discussies over de interpretatie van de geldende regels. Er is veel overleg nodig om in specifieke gevallen te komen tot een gezamenlijk beeld van de wijze waarop regels geïnterpreteerd moeten worden. Dat er wel eens interpretatieverschillen bestaan tussen betrokkenen (collegeleden en ambtenaren) leidt tot de beleving dat het zeker het proberen waard is om vergunning aan te vragen voor bouwplannen die buiten de grenzen van het bestemmingsplan vallen (...)".

En verder

'" Van oudsher verwacht de Terschellingse gemeenschap een actieve rol van de gemeente. Het is dan ook vanuit het verleden de gewoonte om bestemmingsplannen tot in detail in te vullen en om als gemeente een grote betrokkenheid te tonen en bij te sturen in alleswat er gebeurt. Dat is logisch en op zichzelf prima op een eiland van beperkte omvang met grote (economische) activiteit. Binnen de hechte gemeenschap is het ook niet verwonderlijk dat inwoners het belangrijk vinden dat de regels voor de anderen gelden, maar zelf graag de grenzen opzoeken (...). Sinds jaar en dag heeft de gemeente een soort scheidsrechtersrol, waarbij zij niemand wil teleurstellen. Deze rol maakt de gemeente zeer betekenisvol en plaatst haar midden in de samenleving. Dat is goed zolang dit niet ten koste gaat van de onafhankelijke, professionele uitvoering van taken. Daarom is juist in deze situatie een gedeelde visie op de toepassing van het ruimtelijke ordeningsbeleid en de rol van de gemeente daarbij van belang". Tot zover een kijkje in de gemeentelijke keuken.

Even doorbijten, want:

Er waren de afgelopen tijd een aantal nieuwe ontwikkelingen. "Al enkele jaren worden bouwaanvragen in één procedure getoetst op aspecten als bestemmingsplan, constructie, milieubelasting, natuurbescherming, welstand enzovoort. De uitkomst van de procedure is vooraf veel lastiger in te schatten als voorheen. Daarbij worden zeer hoge eisen gesteld aan gemeenten ten aanzien van uitvoering. Zo moeten - onafhankelijk van de omvang van een gemeente - ten minste zes verschillende experts beschikbaar zijn om de verschillende onderdelen van de vergunningverlening uit te voeren. Om voldoende ervaring te houden moeten deze mensen ook nog voor twee derde deel van hun functie met deze taken bezig zijn. Dit alles betekent dat zelfs gemeenten van rond de 50.000 inwoners straks niet meer in staat zullen zijn om op betaalbare wijze aan de gestelde normen te voldoen".

De FUMO

Mede om die reden zijn regionale uitvoeringsdiensten opgericht met als doel om de kwaliteit van de uitvoering sterk te verbeteren. De gemeente Terschelling is, samen met andere Friese gemeenten, aangesloten bij de FUMO, de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving. Die is in Grouw gevestigd. Sinds dit voorjaar moet dat zodanig functioneren dat de omgevingsvergunningen overwegend in Grouw worden behandeld, maar namens het College van B&W van Terschelling, die wel bestuurlijk verantwoordelijk blijft.

Nu zou dat goed kunnen ( en moeten) gaan, maar de eerste maanden waren niet zonder klachten en kinderziektes. Kennelijk wordt in FUMO-verband geen rekening gehouden met de bestuurlijke 'status aparte' van Terschelling en de andere Waddeneilanden. Want bij de FUMO is nog geen inzicht in de specifieke waarden en verweving van aspecten die zo kenmerkend zijn voor Terschelling en het 'eilander eigene' maken. Doordat de afhandeling van de vergunningaanvraag 'op afstand' in Grouw plaatsvindt door iemand die de lokale situatie op Terschelling onvoldoende kent is niet altijd sprake van adequate communicatie. Een groot deel van de dossiers, ook over de omgeving en het verleden, liggen in Grouw. Te nauwe banden met de aanvrager is niet goed (clientelisme), maar een te grote afstand tot de werkelijkheid ook niet. Wil een burger een binnengekomen vergunningaanvraag inzien, dan moet hij/zij - na afspraak - naar Grouw, danwel - na afspraak - op donderdag op het gemeentehuis een FUMO-medewerker te spreken vragen. De bereikbaarheid van die FUMO-medewerker is niet altijd gegarandeerd, waarmee tijd, soms weken, verloren gaan terwijl de periode van indienen van zienswijzen of bezwaren ondertussen doorgaat. De werkdruk of de afstandelijkheid bij FUMO is kennelijk zo groot, dat enkele belangrijke bouwvergunningaanvragen die op Terschelling nog maatschappelijk-politiek ter discussie staan (Zorgpension Formerum, Apparthotel Midsland aan Zee) 'van rechtswege' worden verleend (citaat): "Omdat de datum is verstreken zonder dat wij besloten op uw aanvraag", danwel: "Het college heeft verzuimd verlenging van de beslistermijn aan te vragen". Als gevolg van de delegatiebevoegdheid aan ambtenaren komt er geen bestuurder meer aan te pas. Dit heeft bestuursrechtelijke gevolgen. SOS vreest het begin van een slechte trend, ondermeer rond het B&Y-terrein. De bestuurlijke 'status aparte' van de Waddengemeenten moet hier een oplossing voor aandragen. Dit is een ernstige zaak.

In het hoofdstuk Actuele Onderwerpen (De Miedbringer, 53, augustus 2014, pag. 9 - 14) wordt ingegaan op de klacht die SOS bij het college en de gemeenteraad heeft ingediend over de gang van zaken rond de twee 'vergunningen van rechtswege' die het meest controversieel zijn: Buurtzorghotel Formerum en Apparthotel Midsland aan Zee.

De Miedbringer voor burgerparticipatie.

De Miedbringer is een mededelingen- en contactblad voor onze donateurs. Het bestuur stelt voor dat het ook kan gaan functioneren als participatieplatform, naast de mogelijkheden op onze website www.sos-terschelling.nl. Daarom nodigen wij onze donateurs uit om bijdragen in te sturen voor plaatsing in De Miedbringer. Dit kunnen stukjes zijn over vroeger of recente onderwerpen waar u iets over weet of kwijt wilt (maximaal 1 A4) . Ze moeten uiteraard wel passen in het werkveld van SOS en binnen de grenzen van de beschaving vallen. Uiteraard behoudt SOS de eindredactie hierover.

Als voorzet leg ik u de vraag voor hoe Terschelling er over 20 jaar uitziet, of hoe u wilt dat Terschelling er uitziet. Onderwerpen kunnen zijn: de energievoorziening, de bevolkingssamenstelling, de werkgelegenheid, de landbouw, de polder, het toerisme, het 'imago', het welstandbeleid, beschermde dorps- en landschapsgezichten (Hoorn, Formerum, Waterfront West, Baai Dellewal), de bossen en de duinen, de zeespiegelstijging, de rol van de gemeente, de rol van projectontwikkelaars. Dit zijn onderwerpen die het eiland raken, maar niet altijd door de politieke partijen of de gemeente worden 'gedekt'. Niets blijft zoals het is en niemand kan alles weten, maar gezamenlijk komen we een heel eind. Ik doe dus een beroep op uw creativiteit, want daar begint vernieuwing. Hiermee wil SOS niet alleen reactief zijn op (in haar ogen) ongewenste ontwikkelingen, maar ook pro-actief zijn in de participatiesamenleving met een terugtredende overheid en een dreigend bestuurlijk vacuüm. Op de bestuurlijke problematiek van het eiland en mogelijke bestuurlijke vernieuwing is uitgebreid ingegaan in De Miedbringer van december 2013. Zware kost, maar nog steeds actueel en het lezen waard.

Over waarom de landbouw op Terschelling is geworden, zoals ze is geworden, leest u in deze Miedbringer in het hoofdstuk Actuele Onderwerpen (Mansholt). In de Jubileum-Miedbringer van december 2012 werd al de vraag gesteld of de landbouw op Terschelling 30 jaar achter loopt of juist 30 jaar voor. Die vraag moet ook in de toegezegde Ontwikkelvisie van de gemeente aan de orde komen.

Campus

Het onderwerp Campus heeft Terschelling en SOS lange tijd in de greep gehad. In een apart hoofdstuk 'Campus, achtergronden op de voorgrond' ga ik in op de overwegingen die bij SOS hebben gespeeld en enkele zaken die in de hele campus-discussie onderbelicht zijn gebleven. Het beeld dat SOS 'tegen de campus' zou zijn en daarmee 'het voortbestaan van de zeevaartschool in gevaar heeft gebracht' is niet juist. De wijze waarop de discussies in het openbaar zijn gevoerd, in de pers, de raadszaal of op de sos-discussiesite zijn niet altijd even fraai.

Hilmar Schurink, voorzitter SOS.

Dit artikel is verschenen in De Miedbringer, 53, augustus 2014, 1409-190, pag. 4 - 8.