Naar daar waar het klopt; Beeldkwaliteit

Door SOS op za, 01/12/2012 - 12:35
West-Terschelling, gemeentehuis. Foto Piet Zumkehr, 1999.

Bouwen in harmonie met de omgeving. Gemeentehuis Terschelling, 1999

Waarom komen badgasten graag naar Terschelling? En waarom komen ze telkens terug? Op de website www.helpterschelling.nl over de plannen op het B&Y-terrein vind je veel persoonlijke antwoorden. Eén ervan luidt: "Naar daar waar het klopt". Wat klopt er dan? Terschelling klopt in beeld, schaal, beleving en diversiteit. Harmonie in wat je op het eiland, ziet, hoort, ruikt voelt en proeft. Dat maakt van Terschelling een eiland met een geheel eigen karakter. De landschapsstructuur en de bebouwing spelen in die unieke beleving een grote rol. Het landschap geeft richting aan 'waar' je 'wat' doet. De bebouwing is bepalend voor de beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit raakt iedereen, bewust of onbewust. Je kan niet zomaar overal van alles neerzetten. Daar zit een verhaal achter. Wanneer is de bebouwing 'mooi' te noemen, en wanneer niet? Naast persoonlijke smaak is er een gemeenschappelijke noemer voor mooi of lelijk. En die is locatie- en cultuur(historisch) gebonden. Het Empire State Building of een grachtenpand vinden veel mensen mooi, maar misstaan op Terschelling. Een heel belangrijk criterium voor beeldkwaliteit is daarom 'passend in de omgeving', qua situering, schaal, vormgeving, maatvoering, materiaalgebruik en kleur.

Zorgvuldigheid

Een gebouw wordt gebouwd voor meerdere decennia. Als het er eenmaal staat, gaat het niet meer weg. Te vaak moet achteraf bij een nieuw gebouw worden gezegd: "Het had zo niet gemoeten". Kortom: je kunt het maar één keer goed doen. Dat vraagt uiterste zorgvuldigheid. Veel meer tijd en aandacht dan er tot nog toe meestal aan wordt besteed. Al helemaal wanneer het qua locatie het visitekaartje van Terschelling betreft: B&Y-terrein, Dellewal, Willem Barentszkade. Maar ook op polderlocaties niet te vergeten: bedrijventerrein, landbouwbedrijven, woningen op zichtlocaties. Vroeger - en in het buitenland nog steeds - ontstond 'harmonie in beeld' vanzelf door te bouwen met lokale materialen (vaak maar één soort) en door lokale ambachtelijke bouwmethoden op generaties overgedragen. Nu is de variatie in materialen en kleuren zo groot, dat er meer sturing nodig is om toch een harmonieus beeld te krijgen en de Terschellinger kenmerken te benadrukken. De ervaring leert dat Nederlandse architecten weinig gevoel hebben voor het ontwerpen van gebouwen in harmonie met de eigenheid van de omgeving. De nadruk ligt bij architecten eerder op het creëren van onderscheid vanuit het gebouw, vooral ten opzichte van elkaars ontwerpen. Dat betekent dat anderen, zoals de overheid, hierin meer moeten sturen. Helaas zien we dat juist gebouwen waarin de overheid als opdrachtgever of als geldschieter een rol speelde qua beeldkwaliteit de eenheidsworst van de rest van Nederland weerspiegelen. Bijvoorbeeld de Driemaster, de brandweerkazerne, het gemeentehuis, de Stilen, de gemalen in de polder.

Beeldkwaliteit

We hebben het dus over 'beeldkwaliteit'. Beeldkwaliteit van gebouwen en bouwwerken, bijvoorbeeld steigers (hout), waterkering (de Barentszkade verstopt achter een glazen wand?), nutsvoorzieningen. Het gaat dan over bouwvolume (oppervlakte en hoogte), bouwdichtheid (verhouding kavelgrootte en bouwvolume), situering, vorm (stijl, ontwerp, dakvorm, detaillering), materiaalgebruik en kleurgebruik. Op West geven de kleine dicht opeen staande vissershuisjes en de (iets) royalere commandeurswoningen van oudsher het kenmerkende beeld. In de polder is de Terschellinger boerderij met grote dakvlakken, relatief lage nokhoogte, het schúntsje en lage goothoogte maatgevend en beeldbepalend. Naast de beeldkwaliteit van de gebouwen zelf is de beeldkwaliteit van het (openbaar) gebied er omheen belangrijk: vorm, materiaal en kleurgebruik in wegen (klinkers of asfalt), fietspaden (schelpen), duintrappen (hout), lantaarnpalen, prullenbakken, hekken (géén kunststof), soort openbaar groen, etc. Past het bij elkaar en bij Terschelling? Wat te denken van het effect - los van nut of noodzaak - van grote hoeveelheden zonnepanelen op het beeld van Terschelling? Terzijde: stoken op lokaal aanwezig (dunnings)hout is ook een vorm van zonne-energie.

Materiaalgebruik en kleur

Bij materiaalgebruik moet je denken aan gevelmateriaal, dakbedekking en materialen voor ramen en deuren. De Friese (gele) steen met oud Hollandse (rode) dakpannen zijn kenmerkend voor Terschelling. Dit betekent niet dat alle nieuwbouw ook hieraan moet voldoen. Creatieve architecten kunnen omgaan met 'kleurtonen' die harmoniëren. De overheersende kleuren op Terschelling zijn lichte en donkere pasteltinten. Vol zwart, fel rood of vol geel/oker en vol blauw zijn bijvoorbeeld geen Terschellinger kleuren, behalve dan in de vlag. Wel bijvoorbeeld oranjerood, lichtgeel, grijsgroen, grijsblauw en gebroken wit. Er is een palet aan keuzen. Over wat wel en wat niet kenmerkend of passend is op Terschelling kan en mag lang worden gediscussieerd. En dat moet ook, omdat het niet meer - zoals vroeger - vanzelf wel goed komt met de beeldkwaliteit.

Welstand: Ja of Nee?

Sinds een jaar of tien moeten gemeenten voor hun bebouwd gebied een Welstandsnota hebben waaraan elk nieuw bouwwerk op welstandseisen wordt getoetst. Hiermee worden aan de architect - naast eisen uit het bestemmingsplan en de bouwverordening - richtlijnen gegeven waarbinnen het ontwerp gemaakt moet worden. Én om te voorkomen dat er al of niet schijnbare willekeur plaatsvindt bij de toetsing door een welstandscommissie. De Welstandsnota van Terschelling voldoet niet aan haar doel. De nota is een opsomming en beschrijving van de bestaande bouw op Terschelling in al haar diversiteit. Aan richtlijnen voor behoud en versterking van de specifieke Terschellinger bouwkenmerken ontbreekt het. Dat er op Terschelling toch dikwijls gebouwd wordt volgens de 'eilander-eigen' principes hebben we te danken aan individueel particulier initiatief, met Jaap Bos als voorganger. Dit gaat goed totdat er bouwers of projectontwikkelaars of ladekast-ontwerpen van overzee komen. Dan kost het heel veel collectieve moeite om de plannen tot Terschellinger dimensies terug te brengen. Of een plan glipt er tussendoor, zoals het nieuwe Europa ('had zo niet gemoeten').

Specifieke omschrijving bouwkarakteristieken

Nodig is een welstandsnota die specifieker omschrijft welke bouwkarakteristieken op Terschelling gewenst zijn en welke welstandeisen daarbij horen. Stijl, vorm, schaal, detaillering, materiaal en kleur vormen daarvoor de gereedschapskist. Daar hoort ook een creatieve vertaalslag bij van de bouwvoorschriften naar de Terschellinger maat: van lage goothoogte, lage ramen, bescheiden nokhoogte e.a. Willen we het bijzondere van Terschelling bewaren dan moet de lat hoger liggen.Dit kost eenmalig meer moeite om een goede welstandsnota te maken, maar daarna heeft Terschelling-breed er lange tijd profijt van: het behoud van een toeristisch cultuurproduct.

Een tweede probleem is de Welstandscommissie die niet toetst aan het 'eilander-eigene', maar aan de Friese, Hollandse of Rotterdamse norm. De overheersende lelijkheid en eenheidworst daar mag geen norm worden voor het hier. De laatste tien jaar is er veel nieuw gebouwd op Terschelling en niet allemaal even voorbeeldig. Teveel van deze net-niet passende bouw gaat op een zeker moment overheersen en doet het 'eilander-eigene'  teniet. Daarmee verdwijnt een 'unique selling point' van Terschelling. Want waarom zou een badgast dan nog naar Terschelling komen? Rust, ruimte en natuur worden door zoveel toeristische regio's geboden. Daarin is Terscheling niet uniek.

Betrokkenheid van de eilanders

Beter is een onafhankelijke welstandcommissie waaraan deskundigen én inwoners van Terschelling deelnemen. De kwaliteiten van Hûs en Hiem komen op Terschelling niet voldoende uit de verf, blijkt uit vele nieuwe gebouwen waarvan we zeggen; "Dat had zo niet gemoeten". De betrokkenheid van de eilanders bij de beeldkwaliteit van de naaste omgeving is daarentegen groot. Als je die betrokkenheid goed organiseert, communiceert en begeleidt aan de hand van criteria, dan komen er mooie projecten uit voort.

Een derde probleem is de gemeente die weliswaar een welstandsnota heeft vastgesteld als beleid, maar zich er zelf niet aan houdt. Dit is in strijd met de wet. Terschelling heeft recht op een openbaar bestuur (gemeente) die het collectief belang van welstand behartigt.

Tot slot de kern van een bouwproces: een goed project ontstaat alleen als de gemeente vóóraf duidelijke stedenbouwkundige en beeldkwaliteitseisen stelt, en er in de ontwerpfase een zorgvuldige toetsing plaats vindt door én de gemeente én de lokale welstandscommissie aan de hand van de criteria.

José Firet

Dit artikel is verschenen in de Jublieum-Miedbringer, december 2012, pag. 28 - 31

 

 

West-Terschelling, hotel Europa. Foto Piet Zumkehr, februari 2016

Bouwen naar de Terschellinger maat? West-Terschelling, hotel Europa. Foto Piet Zumkehr, februari 2016