De Staat van de Polder

Door Piet Zumkehr op zo, 04/11/2012 - 00:00
Waterkruiskruid, Terschelling, foto Piet Zumkehr, september 2015

Waterkruiskruid

De bijzondere landschappelijke en natuurwaarden van de Terschellinger polder zijn het waard om beschermd te worden.

Tijdens een excursie van Plattelandsprojecten Regio Waddeneilanden op Schiermonnikoog in september jl. werden we weer eens met de neus op de feiten gedrukt. De Terschellinger deelnemers aan de excursie waren het er unaniem over eens dat de polder van Schiermonnikoog in landschappelijk opzicht veel minder fraai is dan de polder van Terschelling. Nee, er was geen sprake van eilander chauvinisme. De kleine landbouwpolder van Schiermonnikoog bestaat uit geëgaliseerde, ecologisch arme graslanden, waarin weinig soorten planten en dieren voorkomen. Bovendien was een derde van de percelen ingezaaid met maïs. Waarschijnlijk zullen veel boeren dit als het ideaalbeeld van agrarisch grasland zien. Mensen die de landschappelijke waarde van agrarisch gebied weten te waarderen, oordelen daar echter vaak anders over. In de Terschellinger polder valt de enorme weidsheid op, die zo goed aansluit bij het beeld dat velen graag van het Waddengebied hebben. Het open landschap is echter niet de enige waarde die de Terschellinger polder ons biedt.

Botanische diversiteit

Onderzoek naar de plantenrijkdom van enkele agrarische percelen in de Terschellinger polder gedurende de afgelopen jaren leverde het volgende op: In enkele graslandpercelen met ecologisch beheer ten noorden van de Hoofdweg bij Hee komen 170 verschillende soorten vaatplanten voor. In een perceel met oude slenkenpatronen en agrarisch natuurbeheer aan de Kunneweg bij Hoorn komen 90 verschillende soorten vaatplanten voor. In een geëgaliseerd perceel ingezaaid met Engels raaigras ten zuiden van de Hoofdweg bij Hee komen 20 soorten vaatplanten voor. Deze gegevens tonen aan wat iedereen met het blote oog kan zien. Intensivering van het agrarisch gebruik gecombineerd met egalisatie van het land heeft een sterke achteruitgang van de plantenrijkdom tot gevolg. De botanische waarde van de graslanden in onze polder, en daaraan gekoppeld de ecologische waarde in het algemeen, hangt direct samen met de intensiteit van het agrarisch gebruik. In delen van de Terschellinger polder is nog steeds sprake van betrekkelijk extensief gebruik van de graslanden, zeker in vergelijking met de situatie elders in Nederland. Als gevolg daarvan komen nog een aantal schaarse plantensoorten voor, waarvan een aantal is gemeld op de Rode lijst van bedreigde en kwetsbare vaatplanten. Als voorbeeld kunnen hier genoemd worden Zwanenbloem, Behaarde boterbloem, Waterkruiskruid, Echt lepelblad, Loos blaasjeskruid, Wilde bertram, Kamgras en Grote ratelaar.

Weidevogels

Mede dankzij de inzet van een aantal boeren en weidevogelliefhebbers is de Terschellinger polder nog steeds een waar dorado voor weidevogels. Terschelling is een van de weinige gebieden in Nederland waar het aantal broedparen van de Grutto de laatste jaren is toegenomen. Ook het aantal broedparen van Kievit, Scholekster en Tureluur is groot. Daarnaast komen ook enkele zeldzamere soorten weidevogels voor, zoals Visdief, Kluut, Graspieper, Veldleeuwerik, Gele kwikstaart, Slobeend, Krakeend en Zomertaling.

Oude slenkenpatronen

Een aantal agrarische percelen aan de binnenzijde van de Waddendijk valt op dankzij het vóórkomen van microreliëf; in de percelen komen lage en vochtige delen voor, die een overblijfsel zijn van oude slenkenpatronen uit de tijd van voor de bedijking van de polder. Deze percelen hebben naast een hoge ecologische ook een bijzondere cultuurhistorische waarde. Deze graslanden zijn tijdens de ruilverkaveling uit de negentiger jaren van de vorige eeuw ingedeeld in de categorie van E4 en E5-percelen: percelen met een bijzondere te beschermen waarde. Die bescherming is steeds goed geregeld geweest in het Bestemmingsplan Polder, aangevuld met Provinciale regelgeving. De percelen mogen niet worden geëgaliseerd; bodembewerking dieper dan 10 cm. is niet toegestaan. Het moge duidelijk zijn dat egalisatiewerkzaamheden in dergelijke percelen Terschelling berooft van een stukje oude geschiedenis. Er is dan sprake van een proces dat onherstelbaar en onomkeerbaar is. Een goede bescherming van deze percelen is dan ook voor de toekomst belangrijk.

Zoete en zoute kwel

In agrarische percelen in de binnenduinrand komt plaatselijk kwel voor door het afstromen van water uit de zoetwaterbel van de duinen. In het gebied tussen de Kooibosjes en Midsland-Noord is de kweldruk vanuit het duin erg groot. Elders komen echter ook kwelverschijnselen voor, o.a. in de polder ten oosten en zuiden van Tjermelan bij Oosterend. De graslanden die onder invloed van kwel uit de duinen staan, blijven ook in droge perioden steeds vochtig. Het kwelwater voert ijzeroxide aan uit diepere lagen in de bodem. Als gevolg daarvan groeit het gras minder hard. Er komen een aantal karakteristieke, aan kwel gebonden plantensoorten voor, zoals Gewone dotterbloem, Waterdrieblad, Holpijp. Tweerijige zegge en Snavelzegge. Zoute kwel treedt vooral op aan de binnenzijde van de Waddendijk. In percelen onder invloed van zoute kwel kunnen zoutminnende plantensoorten voorkomen. Ook zijn deze percelen vaak aantrekkelijk als broedlocatie voor Kluut en Visdief.

Natura 2000 en Ecologische Hoofdstructuur

De Natuurbeschermingswet 1998 is niet van toepassing op de polder, doordat de polder geen deel uitmaakt van een van de Natura 2000-gebieden. Wel grenst de polder aan twee Natura 2000-gebieden, namelijk Duinen Terschelling (noord-zijde) en Waddenzee (zuidzijde). Wettelijk is het verplicht bij ingrepen in de polder in kaart te brengen of als gevolg ervan significant negatieve effecten ontstaan op de instandhoudingsdoelen binnen de grenzen van de Naturazooo-gebieden, de zogenaamde externe werking. De polder maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de EHS ligt bij de Provincie Fryslan, en is neergelegd in het Provinciaal Streekplan "Om de Kwaliteit van de Romte". In de polder zijn geen gronden voor de EHS verworven; evenmin zijn contracten in het kader van de EHS met boeren afgesloten. In het streekplan Fryslan wordt de Terschellinger polder beschouwd als een beheersgebied met agrarische functie. De EHS beschermt de natuurlijke en landschappelijke kwaliteit van de polder tegen ruimtelijke ingrepen, ook met betrekking tot gronden die niet voor de EHS verworven zijn. Er geldt een basisbescherming waarbij "onomkeerbare ontwikkelingen die de beoogde natuurontwikkeling in de weg staan" moeten worden voorkomen.

Toekomst voor het boerenbedrijf?

De ecologische en landschappelijke waarden van de polder hangen samen met de geologie van het eiland zoals die in de loop van de eeuwen is ontstaan. Daarnaast kunnen de waarden niet los worden gezien van het agrarisch gebruik van de graslanden. De eilander boeren hebben de polder mede vorm gegeven. Het mag dan ook duidelijk zijn dat de toekomst van de bijzondere waarden van de polder afhankelijk is van de toekomst van het boerenbedrijf zelf. Het voortbestaan van het boerenbedrijf op Terschelling in de toekomst is echter niet vanzelfsprekend. Het aantal boeren op Terschelling is de laatste eeuw sterk gedaald, en aan dit proces lijkt vooralsnog geen einde te komen. Een aantal boeren heeft aangegeven voor een gezonde toekomst van het bedrijf te willen gaan, een toekomst die alleen mogelijk is als het bedrijf kan groeien of uitbreiden. Juist als gevolg van deze ambitie dreigt intensivering van het agrarisch land te ontstaan en komen de ecologische en landschappelijke waarden onder druk. Sommige boeren nemen veel moeite om vooral weidevogels een kans te geven, en zijn overgegaan op agrarisch natuurbeheer, dat echter door het rijk zwaar gesubsidieerd is. Mede als gevolg van de huidige crisis valt het te betwijfelen of subsidies de komende jaren in dezelfde mate beschikbaar blijven. Het boerenbedrijf op het eiland staat dan ook momenteel voor moeilijke keuzes. De vraag hoe daarbij de landschappelijke en ecologische waarden voor de toekomst ook behouden kunnen blijven is dan ook urgent.

Het polderontwikkelplan

Onlangs is door de Gemeenteraad van Terschelling het Ontwikkelplan voor de Terschellinger polder aangenomen. Het betreft een zogenaamd integraal plan waaraan door een aantal belanghebbenden is meegewerkt. De LTO is vertegenwoordigd geweest namens de eilander boeren. Tevens is de RECRON bij monde van twee eilander recreatieondernemers bij de opzet van het plan betrokken geweest. Het plan probeert een schets voor de toekomst van de polder te geven waarbij ruimte is voor het boerenbedrijf, iets meer ruimte komt voor uitbreiding van recreatieterreinen, en mogelijkheden worden geboden voor enkele andere doelstellingen zoals waterwinning en de aanleg aan natuurlijke oevers van kanalen. Het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden van de polder wordt nadrukkelijk ondersteund. Het behoud van specifieke elementen als de oude slenkenpatronen voor het eiland wordt zelfs aangemerkt als een "kans". Het polderplan is op zijn minst ambitieus te noemen. Het heeft echter achteraf onder de boeren tot commotie geleid. De mogelijkheid tot groei van het boerenbedrijf in een polder die niet groter wordt dan hij is, terwijl er steeds meer andere claims op de agrarische grond worden gelegd, is alleen mogelijk als er bestaande boerenbedrijven worden uitgekocht. Dit is een consequentie van het plan dat in het rapport onbenoemd is gebleven.

Bestemmingsplan polder

Momenteel is door de Gemeente Terschelling de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan voor de polder. Dit bestemmingsplan moet ruimte bieden aan de verschillende belangen die spelen. Voor de hand ligt het Polderontwikkelplan als basis te nemen voor het opstellen van het bestemmingsplan. Van de zijde van de boeren wordt hier echter tegen geprotesteerd. We mogen verwachten dat ook het nieuwe bestemmingsplan voldoende bescherming gaat bieden aan de ecologische en landschappelijke waarden. Onze polder is een goede planologische bescherming meer dan waard!

Piet Zumkehr, 4 november2012

Dit artikel is verschenen in de Jubileum-Miedbringer, december 2012, pag. 21 - 27